• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x
In de Congregatie voor de Geloofsleer
Ad Catholicam Profundius
Antwoorden op vragen over enige aspecten aangaande de leer over de Kerk
(29 juni 2007)
gaat het erom of het Tweede Vaticaans Concilie de toen geldende leer over de Kerk zou hebben veranderd. De vraag heeft betrekking op de betekenis van dat nieuwe gelaat van de Kerk, dat het Tweede Vaticaans Concilie volgens de H. Paus Paulus VI - Toespraak
Post Duos Menses
Sluiting van de Derde Zittingsperiode van het Tweede Vaticaans Concilie
(21 november 1964)
van Paulus VI te zien geeft.

Het antwoord, gebaseerd op het leergezag van Johannes XXIII en Paulus VI, is heel duidelijk: het Tweede Vaticaans Concilie wilde de toen geldende leer over de Kerk niet veranderen en heeft die ook niet veranderd, maar veeleer verdiept en op meer organische wijze uiteen gezet. In die zin worden de woorden van Paulus VI aangehaald, uit zijn toespraak bij de promulgatie van de dogmatische Constitutie 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Lumen Gentium
Over de Kerk
(21 november 1964)
, waarmee hij bekrachtigde dat de overgeleverde leer op geen enkele wijze veranderd is: “Alleen is datgene wat men vroeger enkel leefde, nu ook officieel als leer tot uitdrukking gebracht. Datgene wat tot nu toe onderwerp van nadenken, van discussie en soms ook van controverse was, is thans in een zeker geformuleerde leer uiteengezet.” H. Paus Paulus VI, Toespraak, Sluiting van de Derde Zittingsperiode van het Tweede Vaticaans Concilie, Post Duos Menses (21 nov 1964), 9 Op dezelfde wijze is er continuïteit tussen de leer van het Concilie en de latere geschriften van het leergezag, die deze leer opgepakt en verdiept hebben en tegelijkertijd hebben bijgedragen tot de ontvouwing ervan. Zo heeft bijvoorbeeld de door de Congregatie voor de Geloofsleer uitgegeven verklaring Congregatie voor de Geloofsleer
Dominus Iesus
Verklaring over de uniciteit en heilbrengende universaliteit van Jezus Christus en de Kerk
(6 augustus 2000)
alleen de teksten van het Concilie en van de post-conciliaire documenten hernomen, zonder iets toe te voegen of weg te laten.

Ondanks deze duidelijke uitspraken is de leer van het Tweede Vaticaans Concilie in de periode na het Concilie – en ook nu nog – onderwerp geweest van interpretaties die afwijken van en geen continuïteit hebben met de overgeleverde katholieke leer over het wezen van de Kerk. Aan de ene kant zag men in de leer van het Concilie een “Copernicaanse wending”, van de andere kant concentreerde men zich op enkele thema’s, die als het ware als tegengesteld aan andere thema’s beschouwd werden. In werkelijkheid was de eigenlijke bedoeling van het Tweede Vaticaans Concilie ondubbelzinnig de verhandeling over de Kerk in te voegen in en ondergeschikt te maken aan de verhandeling over God en zo een theologische ecclesiologie in de ware zin van het woord te presenteren. De receptie van het Concilie heeft dit bepalende gegeven echter dikwijls verwaarloosd ten gunste van afzonderlijke ecclesiologische uitspraken, zich geconcentreerd op enkele steekwoorden en eenzijdige, onvolledige interpretaties van de leer van het Concilie bevorderd. Wat de ecclesiologie van 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Lumen Gentium
Over de Kerk
(21 november 1964)
betreft, in het kerkelijk bewustzijn zijn wat steekwoorden blijven hangen: het begrip Godsvolk, de collegialiteit van de bisschoppen als opwaardering van het bisschopsambt tegenover het primaatschap van de paus, de herwaardering van de plaatselijke kerken binnen de universele Kerk, de oecumenische opening van het concept ‘Kerk’ en de opening naar andere godsdiensten, en uiteindelijk de vraag naar de specifieke status van de katholieke Kerk, vastgelegd in de formulering dat de ene, heilige, katholieke en apostolische Kerk, waarover de geloofsbelijdenis spreekt, “zich bevindt in de katholieke Kerk” (subsistit in Ecclesia catholica).

Enkele van deze begrippen, met name de uitspraak over de specifieke status van de katholieke Kerk en de gevolgen daarvan op het gebied van de oecumene, vormen de voornaamste thema’s die door dit document in de hiernavolgende vragen behandeld worden.

Document

Naam: COMMENTAAR BIJ DE "ANTWOORDEN OP VRAGEN OVER ENIGE ASPECTEN AANGAANDE DE LEER OVER DE KERK" / "AD CATHOLICAM PROFUNDIUS"
Soort: Congregatie voor de Geloofsleer
Datum: 29 juni 2007
Copyrights: © 2007, Librearia Editrice Vaticana/SRKK, Utrecht
Vert.: Dr. N. Stienstra met medewerking van drs. N. M. Schnell, pr.
Bewerkt: 7 november 2019

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2025, Stg. InterKerk, Schiedam, test