Joseph Kardinaal Ratzinger - 15 september 1986
Op 13 juni 1984 zond de Congregatie voor de Geloofsleer aan professor Schillebeeckx een brief waarin zij hem mededeelde dat de stellingen over het Ambt, welke door hem in de beide studies in kwestie waren ontwikkeld, niet in overeenstemming te brengen waren met het onderricht van de Kerk, dat nog eens met gezag uiteengezet was door het schrijven Congregatie voor de Geloofsleer
Sacerdotium ministeriale
Aan de Bisschoppen van de Katholieke Kerk over bepaalde vragen betreffende de bediening van de Eucharistie
(6 augustus 1983) van 6 augustus 1983. Bijgevolg verklaarde de Congregatie aan professor Schillebeeckx dat zijn stelling over de 'buitengewone ambtsbedienaar' voor de Eucharistie niet beschouwd kon worden als een 'vrije kwestie'; en zij verzocht hem de leer van de Kerk op dit punt publiekelijk te aanvaarden door zijn persoonlijke instemming met de inhoud van dit document kenbaar te maken.