H. Paus Paulus VI - 10 november 1965
Daar geheel de heilige liturgie ondergeschikt dient te zijn aan het gezag van de hiërarchie Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 22. § 1-2, moeten allen, individuen, verenigingen en de voornaamste organisaties die belast zijn met de verzorging en de bevordering van de liturgie, alsmede de verklaarders hiervan, zich in ieder land volledig aan de hiërarchie onderwerpen. Het is de taak van het bevoegde gezag om aan te geven hoe deze nauwe eenheid verwezenlijkt dient te worden en om beslissingen hierover te nemen. Men moet dus al deze pogingen aanwenden, opdat er ook op dat punt eenheid van streven en handelen zal zijn, want één is het doel dat wij moeten nastreven, één is het beeld van de volmaaktheid die ons voor ogen staat en waarop al onze activiteiten zich moeten richten.