H. Paus Johannes Paulus II - 21 mei 1998
Noot vooraf:
De Oosterse Kerken onder leiding van patriarchen en de hogere aartsbisdommen staan onder leiding van hun respectievelijke Bisschoppensynodes die zijn uitgerust met wetgevende, rechterlijke en in bepaalde gevallen ook met administratieve macht Vgl. Wetboek, Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken, Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium (1 okt 1991), 110.152. In het voorliggend document wordt hierover niet gesproken. Want in dit opzicht kan men geen analogie vaststellen tussen deze Synodes en de Bisschoppenconferenties. Dit document daarentegen heeft betrekking op de groeperingen die men heeft gevormd in streken waar er verschillende, door Wetboek
Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium
Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken (1 oktober 1991) en door hun eigen door de Heilige Stoel goedgekeurde statuten geregelde Kerken sui iuris zijn Vgl. Wetboek, Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken, Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium (1 okt 1991), 322. §4 Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Apostolische Constitutie, Over de hervorming van de Romeinse Curie, Pastor Bonus (28 juni 1988), 58. §1, in zoverre deze groeperingen vergelijkbaar zijn met de Bisschoppenconferenties Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over het herderlijk ambt van de bisschoppen in de Kerk, Christus Dominus (28 okt 1965), 38.