
28 februari 870
SESSIO X - CANONES 10e Zitting - Canones |
|||
► | Canon 3 - De verering van de heilige afbeeldingen |
Wij bepalen dat de heilige afbeelding van onze Heer Jezus Christus, de Bevrijder en Verlosser van allen, met gelijke eer moet worden vereerd als het boek van de heilige Evangeliën.
Zoals wij allen immers door de woorden, die lettergreep voor lettergreep in het Boek staan, heil zullen verkrijgen, zo hebben alle wijzen en leken baat bij de beeldende werking der kleuren uit dat, wat hen voor ogen is: want wat het woord in lettergrepen verkondigt en aanbeveelt, dat doet het schrift (de afbeelding) ook, dat in kleuren is;
en het is passend, dat in overeenstemming met het verstand en de alleroudste traditie over de eerbied, ook afbeeldingen, omdat ze verwijzen naar de beginselen zelf, in afgeleide vorm evenzo worden vereerd en aanbeden, als het heilige Boek van de heilige Evangeliën en de afbeelding van het kostbare kruis.
Als iemand dus niet het icoon van de Redder Christus aanbidt, zal hij niet zijn vorm kunnen zien, wanneer hij zal komen in de glorie van de vader om verheerlijkt te worden en zijn heiligen te verheerlijken Vgl. 2 Tess. 1, 10 ; maar laat hij dan ver verwijderd van de gemeenschap met Hem en Zijn glans zijn.
En eveneens de afbeelding van zijn onbevlekte moeder en moeder Gods Maria; en bovendien schilderen wij afbeeldingen van de heilige engelen, zoals de Heilige Schrift hen in woorden afbeeldt; maar ook