
Alfonso Kardinaal López Trujillo - 13 mei 1996
Uit de ervaring van vele pastores en opvoeders blijkt dat de verlovingsperiode een tijd van ontdekken van elkaar kan zijn, maar ook een tijd van geloofsverdieping. Daarom is het een periode van speciale bovennatuurlijke gaven voor persoonlijke en interpersoonlijke spiritualiteit. Helaas kan voor velen deze voor menselijke en christelijke rijping bedoelde periode verstoord worden door een onverantwoordelijk gebruik van de seksualiteit die de echtelijke liefde niet helpt te rijpen, en daarom houden sommigen een soort apologie voor voorechtelijk verhoudingen.
Het succes van de geloofsverdieping van de verloofden wordt ook bepaald door hun eerdere vorming. Aan de andere kant zal de manier waarop deze periode beleefd wordt zeker invloed hebben op hun toekomstig leven als echtgenoten en als gezin. Hieruit volgt het wezenlijke belang van de hulp die de verloofden krijgen van hun respectieve families en de hele kerkelijke gemeenschap. Ook gebed hoort daarbij. Hierbij is de zegening van de verloofden, zoals voorzien in Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten
De benedictionibus
Over de zegeningen (1 januari 1984) Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Over de zegeningen, De benedictionibus (1 jan 1984). nrs. 195-214 van belang, waarin de tekens van deze eerste verbintenis genoemd worden: de ring, de uitwisseling van gaven en andere gewoonten Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Over de zegeningen, De benedictionibus (1 jan 1984), 209-210.
In elk geval moet de menselijke diepte van de verloving erkend worden en gevrijwaard van een alledaagse benadering. Daarom zijn zowel de rijkdommen van het huwelijk en het Huwelijkssacrament als het wezenlijke belang van de verlovingsperiode - die zich tegenwoordig vaak over jaren uitstrekt (met de diverse soorten problemen van dien) - redenen voor een bijzonder stevigheid van deze vorming.