H. Paus Johannes Paulus II - 14 september 1995
Christus verkondigen betekent dus, aan de mens zijn onvervreemdbare waardigheid bekend maken die God door de menswording van zijn eengeboren Zoon heeft verlost. Het Tweede Vaticaans Concilie verklaart verder: “Daar het aan de kerk is toevertrouwd om het mysterie van God bekend te maken die het einddoel is van de mens, verheldert zij tegelijkertijd voor de mens de zin van zijn eigen bestaan, de diepste waarheid namelijk over de mens.” 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 41
Omdat de mens deze onvergelijkelijke menselijke waardigheid bezit, mag hij niet leven in mensonwaardige sociale, economische, culturele en politieke omstandigheden. Dit is de theologische grondslag voor het gevecht voor menselijke waardigheid, voor gerechtigheid en maatschappelijke vrede, voor vooruitgang, bevrijding en alomvattende ontwikkeling van heel de mens en van iedere mens. Daarom ook dat de ontwikkeling van de volkeren – zowel binnen het eigen land als in de internationale betrekkingen – in solidariteit moet gebeuren, zoals mijn voorganger Paulus VI zo terecht heeft opgemerkt. Vgl. H. Paus Paulus VI, Encycliek, Over de ontwikkeling van de volken, Populorum Progressio (26 mrt 1967), 48 Juist daarom kon hij verklaren: “Ontwikkeling is een nieuwe naam voor vrede.” H. Paus Paulus VI, Encycliek, Over de ontwikkeling van de volken, Populorum Progressio (26 mrt 1967), 87 Terecht mag men dan ook zeggen dat “alomvattende ontwikkeling uitgaat van eerbied voor de menselijke waardigheid en alleen in gerechtigheid en vrede tot stand kan komen”. Bisschoppensynodes, Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika (7 mei 1994), 45