18 maart 2002
Gelet op de eminente plaats die in de viering wordt ingenomen door de zang als een noodzakelijk of integraal deel van de liturgie, Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 112 is het de taak van de bisschoppenconferenties om geschikte melodieën goed te keuren, vooral voor de teksten van het Misordinarium, voor de antwoorden en acclamaties van het volk en voor de bijzondere riten gedurende het liturgisch jaar.
Eveneens is het hun taak om te beoordelen welke muzikale vormen, melodieën en muziekinstrumenten in de goddelijke eredienst toegelaten kunnen worden, zodat zij werkelijk aangepast zijn voor gewijd gebruik of daaraan aangepast kunnen worden.