• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x

Overeenkomstig het traditionele kerkelijke gebruik en zijn betekenis moet het tafelblad van een vast altaar van steen zijn en wel van natuursteen. Men mag echter ook overeenkomstig het oordeel van de bisschoppenconferentie een andere, waardige, stevige en met kunstvaardigheid bewerkte materie gebruiken. De onderbouw echter of het voetstuk waarop het tafelblad rust, kan uit elke materie gemaakt worden als die tenminste waardig en stevig is.

Het verplaatsbare altaar kan gemaakt worden van elk waardig en stevig materiaal dat in overeenstemming is met het liturgisch gebruik, volgens de tradities en gewoonten van de verschillende gebieden.

Bij het kiezen van het materiaal voor heilige voorwerpen kan naast wat reeds traditioneel in gebruik is, ook toegelaten worden wat volgens de opvatting van onze tijd edel wordt geacht, duurzaam is en goed geschikt is voor het gewijde gebruik. Over dit alles komt het oordeel toe aan de bisschoppenconferentie voor de afzonderlijke gebieden (vgl. nr. 390).

Overeenkomstig het oordeel van de bisschoppenconferentie en na goedkeuring van de bepalingen door de Apostolische Stoel kunnen de heilige vaten ook vervaardigd worden uit ander stevig en - naar de algemene opvatting van elk gebied - edel materiaal, bijvoorbeeld uit ebbehout of andere hardere houtsoorten, mits het geschikt is voor gewijd gebruik. In dat geval moet men altijd de voorkeur geven aan materiaal dat niet gemakkelijk breekt en vergaat. Dat geldt voor alle vaten die bestemd zijn om hosties te bevatten, zoals de pateen (of hostieschaal), de ciborie (of pyxis), de monstrans en dergelijke.

Acolieten, lectoren en andere leken bedienaren kunnen een albe dragen of een ander gewaad dat voor elke streek afzonderlijk door de bisschoppenconferentie wettelijk is toegestaan. (vgl. nr. 390)

Wat de vorm van de liturgische gewaden betreft, kunnen de bisschoppenconferenties besluiten tot aanpassingen die aan de behoeften en de gebruiken van de verschillende gebieden beantwoorden en zij moeten deze voorleggen aan de Apostolische Stoel. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 128

Voor de vervaardiging van de liturgische gewaden mogen, buiten de gebruikelijke stoffen, de ter plaatse gebruikelijke natuurlijke weefsels gebruikt worden en ook sommige kunstweefsels die overeenstemmen met de waardigheid van de heilige handeling en de persoon. Hierover moet de bisschoppenconferentie oordelen. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 128

Schoonheid en voornaamheid van elk gewaad behoren niet gezocht te worden in overdaad aan bijkomstige versieringen, maar in het materiaal dat men dient te gebruiken en in de vorm. De versieringen echter moeten figuren, afbeeldingen of symbolen voorstellen die op het liturgisch gebruik wijzen met weglating van wat niet past bij dit liturgisch gebruik.

De verschillende kleuren van de heilige gewaden hebben tot doel enerzijds het eigene van de te vieren geloofsmysteries, anderzijds de betekenis van het christelijk leven dat zich ontwikkelt in de loop van het liturgisch jaar, ook naar buiten doeltreffender tot uitdrukking te brengen.

Met betrekking tot de kleur van de liturgische gewaden wordt het traditionele gebruik gehandhaafd, nl.:

  1. Wit wordt gebruikt in de getijden en missen van de paas- en kersttijd; bovendien in de vieringen ter ere van de Heer, behalve die van zijn lijden, in de vieringen van de heilige maagd Maria, van de heilige engelen, van de heiligen die geen martelaren zijn, op de hoogfeesten van Allerheiligen (1 nov.), van de H. Johannes de Doper (24 juni), op de feesten van de H. Johannes de evangelist (27 dec.), van St. Petrus' Stoel (22 febr.) en van de Bekering van de H. Paulus (25 jan.).
  2. Rood wordt gebruikt op Palm- of Passiezondag en Goede Vrijdag, op Pinksterzondag, bij de vieringen van het lijden des Heren, op de feesten van de sterfdagen van de apostelen en evangelisten en bij de vieringen van de heilige martelaren.
  3. Groen wordt gebruikt in de getijden en missen van de 'tijd door het jaar'.
  4. Paars wordt gebruikt tijdens de advent en de veertigdagentijd. Deze kleur kan ook gebruikt worden in de getijden en in missen voor overledenen.
  5. Zwart kan, waar het gewoonte is, in de missen voor overledenen gebruikt worden.
  6. Roze kan, waar het gewoonte is, gebruikt worden op de zondagen 'Gaudete' (derde zondag van de Advent) en 'Laetare' (vierde zondag in de Veertigdagentijd).
  7. Op dagen die met grotere plechtigheid gevierd worden kunnen feestelijke of rijker versierde liturgische gewaden genomen worden, ook al hebben die niet de kleur van de dag.

De bisschoppenconferenties kunnen echter met betrekking tot de liturgische kleuren besluiten tot aanpassingen die aan de behoeften en de aard der volkeren beantwoorden en zij dienen deze voor te leggen aan de Apostolische Stoel.

Document

Naam: INSTITUTIO GENERALIS MISSALIS ROMANI
Algemeen Statuut van het Romeins Missaal - Editio typica tertio 2002 / emendata 2008
Soort: Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten
Datum: 18 maart 2002
Copyrights: © 2004,Beleidssector Liturgie van de Nederlandse Bisschoppenconferentie / NRL
Liturgische Documentatie, dl. 3
Aanpassingen aan de versie "emendata (2008)": redactie
Bewerkt: 19 augustus 2021

Referenties naar dit document

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
Trefwoordenlijst voor dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test