18 maart 2002
Voor de correcte bouw, restauratie en inrichting van gewijde gebouwen dienen alle verantwoordelijke personen de diocesane commissie voor liturgie en gewijde kunst te raadplegen. De diocesane bisschop dient van het advies en de hulp van diezelfde commissie gebruik te maken inzake het opstellen van normen volgens welke gehandeld moet worden in deze materie, het goedkeuren van ontwerpen van nieuwe gebouwen of het behandelen van kwesties van enig belang. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 126 Vgl. Concilium ter uitvoering van de Constitutie heilige liturgie, Instructie voor de uitvoering van de Constitutie over de heilige Liturgie, Inter Oecumenici (26 sept 1964), 91
De diocesane bisschop, die beschouwd moet worden als de hogepriester van zijn kudde en van wie het leven van zijn gelovigen in Christus als het ware afkomstig en afhankelijk is, Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 41 moet in zijn bisdom het liturgisch leven bevorderen, leiden en bewaken. In dit statuut wordt aan hem toevertrouwd: de regeling van de concelebratie (vgl. nrs. 202 en 374), het vaststellen van de normen betreffende de taak om de priester te dienen aan het altaar (vgl. nr. 107), betreffende het uitreiken van de heilige Communie onder beide gedaanten (vgl. nr. 283), betreffende het oprichten en inrichten van kerkgebouwen (vgl. nr. 291). Allereerst is het echter zijn taak de geest van de heilige liturgie bij de priesters, diakens en gelovigen te voeden.