
18 maart 2002
Het is passend dat de deelname van de gelovigen tot uitdrukking wordt gebracht door het aanbieden ofwel van brood en wijn voor de Eucharistieviering ofwel van andere gaven waarmee een bijdrage wordt gegeven voor de noden van de Kerk en van de armen.
De offergaven van de gelovigen worden door de priester met behulp van een acoliet of een andere bedienaar in ontvangst genomen. Het brood en de wijn voor de Eucharistie worden naar de celebrant gebracht, die deze op het altaar plaatst; de andere gaven worden echter op een andere geschikte plaats neergelegd. (vgl. nr. 73)