SACRAMENTUM CARITATISHet Sacrament van de Liefde - Over de Eucharistie, bron en hoogtepunt van het leven en de zending van de Kerk
(Soort document: Paus Benedictus XVI - Postsynodale Apostolische Exhortatie)
Paus Benedictus XVI -
22 februari 2007
De ontdekking van de schoonheid van de eucharistische vorm van het christelijk leven, brengt ons ertoe na te denken over de morele krachten die door die vorm geactiveerd worden ter ondersteuning van de authentieke vrijheid die eigen is aan de kinderen van God. Mijn bedoeling is daarmee een thema te hernemen dat tijdens de Synode is opgekomen met betrekking tot de band tussen
eucharistische levensvorm en
morele verandering. Paus Johannes Paulus II had gezegd dat het zedelijk leven "de waarde bezit van een "geestelijke eredienst" (
Rom. 12, 1)
Vgl. Fil. 3, 3
die voortvloeit en gevoed wordt uit die onuitputtelijke bron van heiligheid en verheerlijking van God die de sacramenten zijn, in het bijzonder de Eucharistie: door deel te nemen aan het Kruisoffer "communiceert" de christen met de zichzelf gevende liefde van Christus en wordt hij tot het beleven van diezelfde liefde in staat gesteld en geëngageerd, in al zijn levenshoudingen en gedragingen".
H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over kerkelijke moraalleer, Veritatis Splendor (6 aug 1993), 107 Kortom: "in de 'cultus' zelf, in de eucharistische communio, is het bemind worden en het liefhebben van de ander vervat. Eucharistie die niet tot concreet handelende liefde wordt, is in zichzelf incompleet".
Paus Benedictus XVI, Encycliek, God is Liefde, Deus Caritas Est (25 dec 2005), 14
Deze herinnering aan de morele waarde van de geestelijke eredienst moet niet moralistisch worden geïnterpreteerd. Het gaat vóór alles om de gelukkige ontdekking van de dynamiek van de liefde, in het hart van degene die de gave van de Heer ontvangt, die zich aan Hem overgeeft en de ware vrijheid vindt. De morele verandering die in de nieuwe, door Christus ingestelde eredienst ligt vervat, is een innerlijk streven en een hartelijk verlangen om met al wat men is te willen beantwoorden aan de liefde van de Heer, ook al beseft men de eigen broosheid. Datgene waarover wij spreken, weerspiegelt zich goed in het evangelieverhaal over Zacheüs Vgl. Lc. 19, 1-10
. Nadat hij Jezus in zijn huis te gast heeft gehad, is hij helemaal veranderd: hij besluit de helft van zijn bezit aan de armen te geven en degene die hij bestolen heeft het viervoudige terug te schenken. Het morele streven dat ontstaat uit het feit dat wij Jezus hebben opgenomen in ons leven, komt voort uit de dankbaarheid dat wij onverdiend de nabijheid van de Heer mochten ervaren.