
Paus, Curie en Nederlandse Bisschoppen - 31 januari 1980
BESLUITEN BIJZONDERE SYNODE VAN BISSCHOPPEN VAN NEDERLAND | |||
► | DE RELIGIEUZEN |
De Nederlandse Bisschoppen hebben hoge achting voor het religieuze leven als "een gave die de Kerk ontvangt van haar Heer". 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 43 Zij zijn zich bewust van hun verantwoordelijkheid ten aanzien van de ontplooiing en vooral ook de bezieling van het aan de Heer toegewijde leven. Zij willen deze verantwoordelijkheid gestalte geven in nauwe samenwerking met de Hoge Oversten van de Religieuzen.
De leden van de Synode spreken hun bezorgdheid uit over het tekort aan novicen. Zij nemen zich voor alles in het werk te stellen om in de Kerk en in de christelijke gemeenschappen het luisteren naar God, die oproept tot het gewijde leven, te bevorderen, opdat velen edelmoedig daarop antwoorden.
Meer dan ooit waarderen de Nederlandse Bisschoppen de hulp die zij voor de pastoraal ontvangen van de religieuzen, alsook de geestelijke invloed die uitgaat van abdijen en kloosters van beschouwend leven. Zij prijzen zich gelukkig met de contacten die bestaan tussen de Bisschoppenconferentie en de vier Verenigingen van Hogere Oversten.
Ten aanzien van datgene wat wel genoemd wordt de affectieve integratie stellen de leden van de Synode vast dat deze uitdrukking op dubbelzinnige wijze wordt geïnterpreteerd. Zij onderkennen het belang van een gezonde affectiviteit, opgevat in de zin van hartelijkheid en broederlijkheid in menselijke relaties. Zij beroepen zich op de H. Paulus en op de H. Johannes om te onderstrepen, dat de goed verstane liefde tot God en Christus in de Geest, veel kan bijdragen tot het integreren van de behoefte aan affectiviteit in de broederlijke liefde. Maar de leden van de Synode verwerpen eenstemmig een soort van 'derde weg', die geleefd wordt als een dubbelzinnige staat tussen het celibaat en het huwelijk in.