
H. Paus Johannes XXIII - 25 juli 1960
De samenstelling van de rubrieken, die de openbare eredienst van de Kerk regelen en leiden, is door de Apostolische Stoel, vooral sedert het Concilie van Trente, steeds nauwkeuriger vastgesteld en op volmaaktere wijze geordend. Door verschillende verbeteringen, veranderingen en toevoegingen in de loop der tijden heeft het gehele systeem van de rubrieken zich rijkelijk ontwikkeld, doch niet altijd met behoud van de systematische orde en niet zonder nadeel voor de oorspronkelijke duidelijkheid en eenvoud.
Het is dan ook niet te verwonderen dat Onze Voorganger Paus Pius XII, roemrijker gedachtenis, gehoor gevend aan de verzoeken van talrijke Bisschoppen, verordend heeft dat de rubrieken van het Romeins Brevier en Missaal in sommige gevallen vereenvoudigd moesten worden: dit is door een Congregatie voor de Riten
Cum Nostra - De rubricis ad simpliciorem formam redigendis
Algemeen decreet over de vereenvoudiging van de rubrieken
(23 maart 1955) volbracht. Toen ondertussen de studies ter voorbereiding van een algemene liturgische vernieuwing gevorderd waren, heeft Onze zelfde Voorganger in het daaropvolgend jaar 1956 bepaald, dat men het advies van de Bisschoppen moest inwinnen inzake een liturgische verbetering van het Romeins Brevier. Na de antwoorden van de Bisschoppen rijpelijk overwogen te hebben, heeft Hij een onderzoek gelast naar een algemene en systematische verbetering van de rubrieken van Brevier en Missaal: deze taak heeft Hij toevertrouwd aan de speciale Commissie van deskundigen, die de opdracht had ontvangen om de algemene liturgische vernieuwing te bestuderen.
Nadat Wij nu, onder goddelijke ingeving, besloten hadden een Oecumenisch Concilie bijeen te roepen, hebben Wij herhaaldelijk overwogen wat er met het initiatief van Onze Voorganger zou moeten gebeuren. Na lang en rijp beraad hebben Wij gemeend dat de fundamentele beginselen van de algemene vernieuwing van de liturgie in het komende Algemeen Concilie aan de Vaders moeten voorgelegd worden, maar dat de reeds vermelde verbetering van de rubrieken van Brevier en Missaal niet langer moet worden uitgesteld.
Persoonlijk, uit eigen beweging, met volledige kennis van zaken en met Ons Apostolisch Gezag hebben Wij besloten het geheel van deze rubrieken van het Romeinse Brevier en Missaal, dat door deskundigen van de H. Congregatie der Riten is voorbereid en door bovengenoemde Pauselijke Commissie voor de algemene vernieuwing van de liturgie ijverig is herzien, goed te keuren, daarbij het volgende bepalend:
Wij bevelen, dat de nieuwe wetgeving der rubrieken van het Romeins Brevier en Missaal, die in drie delen verdeeld is, n.l. "Rubricae generales", "Rubricae generales Breviarii romani" en "Rubricae generales Missalis romani", inclusief het "Kalendarium Breviarii et Missalis romani", en die door Onze H. Congregatie der Riten binnenkort zal worden bekend gemaakt, door allen, die de Romeinse ritus volgen, vanaf 1 januari van het volgend jaar 1961, zal moeten nageleefd worden. Zij echter, die een andere Latijnse ritus volgen, moeten zich zo spoedig mogelijk aan de nieuwe wetgeving van de rubrieken en aan de Kalender aanpassen in alles, wat niet strikt tot de eigen ritus behoort.
Op dezelfde datum, n.l. 1 januari 1961, vervallen de "Rubricae generales" van het Romeins Brevier en Missaal, en de "Additiones et Variationes" in de rubrieken van het Romeins Brevier en Missaal, volgens de normen van de Bulle "H. Paus Pius X - Apostolische Constitutie
Divino Afflatu
Over de herziening van het Romeins Brevier (1 november 1911)" van Onze Voorganger, de H. Pius X, die tot nu toe in deze boeken zijn voorgehouden. Eveneens vervalt het algemeen Decreet van de H. Congregatie der Riten op 23 maart 1955 "Congregatie voor de Riten
Cum Nostra - De rubricis ad simpliciorem formam redigendis
Algemeen decreet over de vereenvoudiging van de rubrieken
(23 maart 1955)", daar het in deze nieuwe vorm van de rubrieken is opgenomen. Tenslotte worden de decreten en de antwoorden op de twijfels van dezelfde Congregatie afgeschaft, die niet met deze nieuwe vorm van de rubrieken overeen komen.
Eveneens worden de voorschriften, privileges, indulten en de gewoonten van welke aard ook, niet alleen de zeer oude maar zelfs ook die een zeer speciale en bijzondere melding waardig zijn, herroepen, als zij niet met deze rubrieken overeenstemmen.
Degenen, die met goedkeuring en toelating van de H. Stoel de liturgische boeken uitgeven, kunnen nieuwe edities van het Romeins Brevier en Missaal verzorgen, mits zij opgesteld zijn volgens de nieuwe wetgeving van de rubrieken; om echter de noodzakelijke eenvormigheid van de nieuwe uitgaven te waarborgen, zal de H. Congregatie der Riten speciale instructies geven.
In de nieuwe uitgaven van het Romeins Brevier en Missaal zullen, met weglating van de teksten der rubrieken waarover in 2. de teksten van de nieuwe rubrieken worden opgenomen, n.l. voor het Brevier de ,,Rubricae generales" en de "Rubricae generales Breviarii romani"; voor het Missaal eveneens de "Rubricae generales" en de "Rubricae generales Missalis romani".
Allen tenslotte, wie het aangaat, moeten er zorg voor dragen zo spoedig mogelijk de Kalender en het Eigen, zowel van het bisdom als van de religieuzen, aan te passen aan de richtlijnen en aan de geest van de nieuwe vorm der rubrieken, en te laten goedkeuren door de H. Congregatie der Riten.
Wij menen dat het overeenkomt met Onze Apostolische taak om aan deze wettige bepalingen enige aansporingen toe te voegen.
Terwijl enerzijds het gehele complex van de rubrieken van Romeins Brevier en Missaal in een betere vorm is gegoten, logischer is gerangschikt en in een eensluidende tekst is samengevat, zijn anderzijds door deze nieuwe ordening van de rubrieken ook enige speciale wijzigingen ingevoerd, waardoor het Goddelijk Officie een weinig is ingekort. Dit was immers de wens van zovele Bisschoppen, vooral met het oog op de talrijke priesters, die van dag tot dag steeds meer door de zorg voor de zielen worden belast. Op vaderlijke wijze sporen Wij hen en allen, die gehouden zijn om het Goddelijk Officie te bidden, aan om, al wordt er ook het een en ander in het Goddelijk Officie ingekort, dit door een grotere aandacht en devotie te compenseren. Ofschoon verder ook de lezing van de HH. Vaders soms voor een aanmerkelijk deel wordt verminderd, raden Wij toch alle clerici ijverig aan om de werken van de Vaders, zo vol wijsheid en vroomheid, voortdurend ter hand te nemen om ze te lezen en te overwegen.
Alwat Wij door deze Apostolische Brief, die als motu proprio is uitgegeven, bepaald en besloten hebben, moet rechtsgeldig en wettig zijn, waarbij alle hiermee strijdige bepalingen, zelfs die een zeer speciale en bijzondere vermelding waardig zijn, komen te vervallen.
Gegeven te Rome, bij Sint Pieter, op 25 juli van het jaar 1960, het tweede van Ons Pontificaat.
PAUS JOHANNES XXIII