H. Paus Johannes Paulus II - 6 augustus 1999
Het Jubeljaar nodigt ons ook uit om het gelaat van Jezus, de goddelijke Samaritaan van lichaam en ziel, te aanschouwen. Door het voorbeeld van haar goddelijke Stichter na te volgen, heeft de kerk "van eeuw tot eeuw ... de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan uit het evangelie overgeschreven ... en de genezende en troostende liefde van Jezus Christus geopenbaard en meegedeeld. Dat is gebeurd door middel van het getuigenis van het religieuze leven dat gewijd is aan de dienst van de zieken, en door middel van de onvermoeibare inspanning van alle werkers in de gezondheidszorg." H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de roeping en de zending van de leken in de Kerk, Christifideles laici (30 dec 1988), 53 Deze toewijding komt niet voort uit specifieke sociale situaties en mag ook niet worden gezien als een optionele of toevallige activiteit. Het is het onontkoombare antwoord op het gebod van Christus: "Hij riep zijn twaalf leerlingen bij zich en gaf hun de macht om onreine geesten uit te drijven en elke ziekte en elke kwaal te genezen" (Mt. 10, 1) Vgl. Mt. 10, 7-8 .
Het dienstbetoon aan de lichamelijk of geestelijk lijdende mens ontleent zijn betekenis aan de eucharistie, waarin niet alleen de bron, maar ook de norm gelegen is. Het was geen toeval dat Jezus de eucharistie nauw verbond met dienstbetoon Vgl. Joh. 13, 2-16 , toen Hij de leerlingen vroeg om voortaan tot zijn gedachtenis niet alleen "het brood te breken", maar ook "de voeten te wassen".