H. Paus Johannes Paulus II - 15 augustus 2000
"Voordat Ik u in de moederschoot vormde, koos Ik u uit: voordat ge geboren werd, bestemde Ik u voor Mij (Jer. 1, 5). De woorden van God gericht aan de profeet Jeremia, raken ons persoonlijk. Zij herinneren ons aan Gods plan met elk van ons. Hij kent ons persoonlijk, omdat Hij ons gekozen en liefgehad heeft van eeuwigheid, aan ieder van ons een specifieke roeping toevertrouwend in het algemene plan van zaligmaking.
Geliefde jongeren van het Internationale Forum, ik ben blij jullie te verwelkomen tezamen met Kardinaal James Stafford, President van de Pontificale Raad voor de Leken, en zijn staf.
Ik groet jullie met genegenheid.
Geheel juist voelen jullie je persoonlijk uitgedaagd door de woorden van de profeet. Inderdaad, velen van jullie hebben reeds een verantwoordelijke positie in jullie plaatselijke Kerk en vele anderen zullen geroepen worden er één op zich te nemen.
Het is daarom belangrijk dat jullie de rijke menselijke, geestelijk en kerkelijke ervaringen van dit forum meenemen. Jullie worden uitgezonden om aan anderen de levenswoorden die jullie hebben ontvangen te verkondigen: hoe meer jullie ze delen met anderen, des te meer zullen deze woorden op je inwerken en vaste grond krijgen.
Geliefde jongeren, twijfel niet aan Gods liefde voor jou! Hij heeft voor jou een plaats in Zijn hart gereserveerd en een missie in de wereld. De eerste reactie hierop kan angst of twijfel zijn. Dit zijn gevoelens die Jeremia ook voelde: "Ach Jahwe, mijn Heer, ik kan niet spreken: ik ben veel te jong (Jer. 1, 6). De taak lijkt immens, omdat het de grootte van de maatschappij en de wereld veronderstelt. Maar vergeet niet, dat wanneer de Heer roept, Hij ook zorgdraagt voor de benodigde kracht en genade om Zijn roep te beantwoorden.
Weest niet bang je verantwoordelijkheden te aanvaarden: de Kerk heeft je nodig, zij heeft jouw toewijding en edelmoedigheid nodig; de Paus heeft jou nodig en, aan het begin van dit nieuwe millennium, vraagt Hij jou het Evangelie mee te nemen in de wereld.
In de antwoordpsalm hoorden we een vraag die weerklinkt met speciale timing voor de bezoedelde wereld van vandaag: "Wie jong is - hoe wandelt hij schuldloos?" (Ps. 119, 9). We hoorden ook het eenvoudige indringende antwoord: "als hij daarbij acht op Ùw woord slaat" (Ps. 119, 9). Dus is het noodzakelijk om te vragen dat wij een gevoel voor het Woord van God verwerven en om vreugde om in staat te zijn te getuigen van iets dat groter is dan ons: "Uwer uitspraken reeks - zij verrukt mij " (Ps. 119,14).
Vreugde wordt ook geboren in de wetenschap dat talloze andere mensen in de wereld, net als wij, de "geboden van de Heer" accepteren en tot middelpunt maken in hun leven. Hoe rijk is de Wereldkerk, haar "katholiciteit"! Wat een verscheidenheid, eigen aan de landen, rites, spiritualiteit, genootschappen, bewegingen en gemeenschappen, wat een schoonheid en tegelijkertijd wat een diepe gemeenschap in de gemeenschappelijke waarden en gedeelde gehechtheid aan Jezus de Heer!
Tezamen wonend en biddend hebben jullie ontdekt dat de verscheidenheid in de wegen van het ontvangen van en het uitdrukking geven aan het geloof, jullie noch van elkaar scheiden noch tot elkanders rivalen maken. Het benadrukt eenvoudig de rijkdom van die ene buitengewone gave van de Openbaring waarin de wereld zo grote behoefte heeft.
In het zojuist gelezen Evangelie stelt de Verrezene aan Petrus de vraag die zijn hele leven zal bepalen: "Simon, Zoon van Johannes, hebt ge Mij meer lief dan dezen" (Joh. 21, 16). Jezus vraagt hem niet wat zijn talenten, gaven of bekwaamheden zijn. Ook vraagt Hij niet aan Petrus, die Hem vlak daarvoor nog verloochende, of hij van nu af aan wel trouw zal zijn aan Hem, of hij standvastig zal zijn. Hij vraagt hem het enige wat telt, het enige wat aan een roeping fundering geeft: houd je van Mij?
Vandaag stelt Christus aan ieder van ons dezelfde vraag: houd je van Mij? Hij vraagt je niet of je weet hoe je tegen een grote menigte moet spreken, of je een organisatie kan besturen of een onderneming kan leiden. Hij vraagt jou van Hem te houden. En de rest zal hieruit voortvloeien. In feite, het lopen in de voetstappen van Jezus wordt niet onmiddellijk uitgedrukt in dingen doen of zeggen, maar boven alles in van Hem houden, in het totaal accepteren van Hem in je leven.
Vandaag geef je aan Jezus een oprecht antwoord. Sommigen zullen in staat zijn met Petrus te zeggen: "Ja Heer, Gij weet dat ik U bemin" (Joh. 21, 16). Anderen zullen zeggen: "Heer, Gij weet hoe graag ik van U wil houden; leer mij van U te houden; in staat te zijn U te volgen". Het belangrijkste is op het pad te blijven, de reis te vervolgen zonder het doel uit het oog te verliezen, tot de dag dat je in staat zult zijn om met heel je hart te zeggen: "Gij weet dat ik U bemin!"
Geliefde jongeren, houdt van Christus en houdt van de Kerk! Houdt van Christus zoals Hij van jou houdt. Houdt van de Kerk, zoals Christus van Haar houdt.
Vergeet niet dat ware liefde geen voorwaarden stelt; het is niet berekenend of klagend, maar eenvoudig liefhebbend. Hoe zou je feitelijk verantwoordelijk kunnen zijn voor een erfgoed die je slechts gedeeltelijk accepteerde? Hoe kan iemand delen in de opbouw van iets dat iemand niet met geheel zijn hart liefheeft?
Moge de deelname in het Lichaam en Bloed van de Heer iedereen helpen te groeien in de liefde voor Jezus en Zijn Lichaam, dat de Kerk is.