VARIETATES LEGITIMAEDe Romeinse liturgie en de inculturatie
Vierde instructie voor de juiste toepassing van de Constitutie over de Liturgie van het Tweede Vaticaans Concilie (nrs. 37-40)
(Soort document: Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten)
Antonius M. Kard. Javierre Ortas -
25 maart 1994
De bisschoppenconferentie zal een onderzoek instellen naar datgene wat in de liturgische vieringen veranderd dient te worden met het oog op de tradities en de aard van het volk. De studie betreffende deze veranderingen zal zij toevertrouwen aan een nationale of regionale commissie voor liturgie, die samenwerking zal zoeken met deskundigen om vanuit verschillende invalshoeken de elementen van de plaatselijke cultuur en hun eventuele invoeging in de liturgische vieringen te onderzoeken. Soms is het goed de mening te vragen van vertegenwoordigers van niet-christelijke godsdiensten, omtrent de cultische of maatschappelijke waarde van een of ander element. Alinea 30-32
Dit voorafgaand onderzoek zal eventueel geschieden in samenwerking met de bisschoppenconferenties van de aangrenzende landen of behorend tot dezelfde cultuur. Alinea 51
Voordat welk voorstel ook in deze wordt beproefd, zal de bisschoppenconferentie haar eigen beraadslaging schriftelijk en helder uiteenzetten voor de Romeinse congregatie. Deze aanbieding van het voorstel moet de omschrijving bevatten van de voorgestelde vernieuwingen, de redenen om ze in te voeren, de gevolgde beginselen, de tijd en de plaats die geschikt geacht worden voor enkele voorafgaande experimenten en een aanduiding van de gemeenschappen die deze zullen uitvoeren. Tenslotte worden de akten van de beraadslaging en de stemming van de conferentie over deze aangelegenheid toegezonden.
Nadat de bisschoppenconferentie in samenwerking met de congregatie het voorstel heeft onderzocht, wordt door de congregatie aan de conferentie het verlof gegeven eventueel gedurende een vastgestelde tijd een experiment te laten plaatsvinden. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 40. 2
De bisschoppenconferentie zal, normaal gesproken, met behulp van een nationale of regionale commissie voor liturgie erop toezien dat het experiment goed verloopt.
Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 40. 2 Bovendien zal de conferentie ervoor waken dat de vastgestelde grenzen van plaats en tijd niet overschreden worden, dat de pastores en gelovigen op de hoogte gebracht worden van het in tijd beperkte en nauw omschreven karakter, tenslotte dat het experiment niet zo bekend wordt dat het reeds het liturgisch leven van het land zou gaan beïnvloeden. Na afloop van het experiment, zal de bisschoppenconferentie beoordelen of het voorstel beantwoordt aan het vooropgezette doel of dat het op enkele punten herzien dient te worden. De Conferentie zal de congregatie op de hoogte stellen van haar beraadslagingen samen met een documentatie waarin het experiment omschreven wordt.