Antonius M. Kard. Javierre Ortas - 25 maart 1994
De eerste en meest belangrijke stap van de inculturatie is de vertaling van de liturgische teksten in de volkstaal. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 36.54.63 De totstandkoming van de vertalingen en – als dit noodzakelijk is – de herziening hiervan vinden plaats volgens de aanwijzingen van de Apostolische Stoel. H. Paus Johannes Paulus II, Apostolische Brief, 25e Verjaardag van de promulgatie van het Conciliedocument Sacrosanctum Concilium over de heilige liturgie, Vicesimus Quintus Annus (4 dec 1988), 20 Terwijl alles behouden dient te blijven wat in de teksten van de Latijnse standaarduitgave staat, waarbij ook aandacht geschonken wordt aan de verschillende literaire genres, moet de vertaling van de teksten niet alleen gemakkelijk verstaanbaar zijn voor de deelnemers, Alinea 39 maar ook werkelijk geschikt voor liturgisch gebruik, namelijk zowel voor de verkondiging of de zang als voor de antwoorden en de acclamaties van de gemeenschap.
Ofschoon alle volken – de meest eenvoudige niet uitgesloten – een godsdienstige taal gebruiken die geschikt is om het gebed te verwoorden, heeft de liturgische taal toch bijzondere kenmerken: zij is immers diep doordrenkt van de heilige Schrift. Enkele woorden van het algemeen gesproken Latijn (memoria, sacramentum) hebben in het christelijk geloof een andere betekenis gekregen. Andere woorden van de christelijke taal kunnen op een of andere manier van de ene taal in de andere overgenomen woorden, zoals in het verleden bijvoorbeeld gebeurd is met de woorden ecclesia, evangelium, baptisma, eucharistia.
Verder moeten de vertalers aandacht geven aan het nauwe verband van de teksten met de liturgische handeling, aan de eisen van de mondelinge communicatie, als ook aan de literaire kwaliteiten van de levende taal van een volk. Deze kenmerken van de liturgische vertalingen moeten in nieuwe composities tot uitdrukking komen, wanneer die in de liturgische boeken zelf zijn voorzien.
Wat betreft de viering van de eucharistie dient het Romeins missaal - ”ook al zijn hierin overeenkomstig het besluit van het Tweede Vaticaans Concilie wettige verschillen en aanpassingen opgenomen” - een teken en hulpmiddel te blijven van de eenheid Vgl. H. Paus Paulus VI, Apostolische Constitutie, ex Decr. Sacr. Oec. Conc. Vat. II instauratum, auctoritate Pauli PP. VI promulgatum, ed. typica, Missale Romanum (3 apr 1969) van de Romeinse ritus in de verscheidenheid van talen. De Algemene inleiding van het Romeins missaal voorziet dat ”overeenkomstig de Constitutie over de liturgie de bisschoppenconferenties voor hun gebied normen kunnen vaststellen die rekening houden met de tradities en de aard van de volken, landstreken en verschillende gemeenschappen”. Congregatie voor de Goddelijke Eredienst, Algemene Inleiding op het Romeins Missaal, Institutio Generalis Missalis Romani (26 mrt 1970), 6 Vgl. Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Ordening voor de lezingen van de Mis - Editio typica altera, Ordo Lectionum Missae (21 jan 1981), 111-118 Dit geldt in het bijzonder voor de gebaren en lichaamshoudingen van de gelovigen, Vgl. Congregatie voor de Goddelijke Eredienst, Algemene Inleiding op het Romeins Missaal, Institutio Generalis Missalis Romani (26 mrt 1970), 22 het gebaar van eerbied jegens het altaar en het evangelieboek, Vgl. Congregatie voor de Goddelijke Eredienst, Algemene Inleiding op het Romeins Missaal, Institutio Generalis Missalis Romani (26 mrt 1970), 232 de zangteksten bij de opening, Vgl. Congregatie voor de Goddelijke Eredienst, Algemene Inleiding op het Romeins Missaal, Institutio Generalis Missalis Romani (26 mrt 1970), 26 bij de offergang Vgl. Congregatie voor de Goddelijke Eredienst, Algemene Inleiding op het Romeins Missaal, Institutio Generalis Missalis Romani (26 mrt 1970), 50 en bij de Communie, Vgl. Congregatie voor de Goddelijke Eredienst, Algemene Inleiding op het Romeins Missaal, Institutio Generalis Missalis Romani (26 mrt 1970), 56. i de vredeswens, Vgl. Congregatie voor de Goddelijke Eredienst, Algemene Inleiding op het Romeins Missaal, Institutio Generalis Missalis Romani (26 mrt 1970), 56. b de voorwaarden om onder twee gedaanten te communie te gaan, Vgl. Congregatie voor de Goddelijke Eredienst, Algemene Inleiding op het Romeins Missaal, Institutio Generalis Missalis Romani (26 mrt 1970), 242 het materiaal voor het altaar en de liturgische benodigdheden, Vgl. Congregatie voor de Goddelijke Eredienst, Algemene Inleiding op het Romeins Missaal, Institutio Generalis Missalis Romani (26 mrt 1970), 263.288 het materiaal en de vorm van de heilige vaten, Vgl. Congregatie voor de Goddelijke Eredienst, Algemene Inleiding op het Romeins Missaal, Institutio Generalis Missalis Romani (26 mrt 1970), 290 en de liturgische gewaden. Vgl. Congregatie voor de Goddelijke Eredienst, Algemene Inleiding op het Romeins Missaal, Institutio Generalis Missalis Romani (26 mrt 1970), 304.305.308 Op dezelfde wijze kunnen de bisschoppenconferenties de wijze bepalen waarop de communie wordt uitgereikt. Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, De heilige Communie en de verering van de Eucharistie buiten de Mis, De sacra communione et de cultu mysterii eucharistici extra Missam (21 juni 1983), 21
Wat betreft de overige sacramenten en sacramentalia geeft de Latijnse standaarduitgave van iedere orde van dienst de aanpassingen aan die de bisschoppenconferenties kunnen aanbrengen Vgl. Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Orde van dienst voor het catechemunaat, Ordo initiationis christianae adultorum (6 jan 1972), 30-33 of de diocesane bisschop voor welomschreven gelegenheden. Vgl. Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Orde van dienst voor het catechemunaat, Ordo initiationis christianae adultorum (6 jan 1972), 66 Vgl. Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Het Doopsel van kinderen, Ordo Baptismi parvulorum (15 mei 1969), 26 Vgl. Congregatie voor de Riten, Ordo van het Sacrament van Boete en Verzoening, Ordo Paenitentiae (2 dec 1973), 39 Vgl. Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Het Huwelijk, Ordo celebrandi Matrimonium (19 mrt 1969), 36 Deze aanpassingen kunnen betrekking hebben op teksten, gebaren en soms ook op de opbouw van de ritus. Als de standaarduitgave verschillende teksten geeft, kunnen de bisschoppenconferenties andere formules van gelijke aard toevoegen.
Wat betreft de ritus van de christelijke initiatie behoort het tot de opdracht van de bisschoppenconferenties ”met zorg en met de nodige voorzichtigheid na te gaan wat uit de eigen aard en de eigen tradities van de volken kan overgenomen worden” Vgl. Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Orde van dienst voor het catechemunaat, Ordo initiationis christianae adultorum (6 jan 1972) Vgl. Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Het Doopsel van kinderen, Ordo Baptismi parvulorum (15 mei 1969), 30. 2 en ”in de missiegebieden … te beoordelen of elementen van de initiatie die bij een bepaald volk in gebruik zijn, aan het ritueel van het christelijk doopsel kunnen worden aangepast en te besluiten of zij daarin opgenomen dienen te worden”. Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Het Doopsel van kinderen, Ordo Baptismi parvulorum (15 mei 1969), 31 Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 65 Men dient er evenwel op bedacht te zijn dat met het woord initiatie niet hetzelfde aangegeven en daaronder hetzelfde wordt verstaan wanneer het gaat om riten betreffende een sociale initiatie bij bepaalde volken of wanneer het daarentegen gaat over de weg van de christelijke initiatie, die door de riten van het katechumenaat er stap voor stap toe leidt dat de mensen door de sacramenten van het doopsel, het vormsel en de eucharistie binnen de kerkgemeenschap in Christus worden ingelijfd.