CHRISTUS HET LICHT DER VOLKEREN? EN WIE ZIJN DAN IN ONZE TIJD DE "MAGIëRS", DE WIJZEN DIE HEM ZOEKEN?Hoogfeest van Epifanie, de Openbaring van de Heer (Driekoningen) 2007
(Soort document: Paus Benedictus XVI - Homilie)
Paus Benedictus XVI -
6 januari 2007
Wie zijn dus de "Magiërs", de Wijzen van vandaag, en hoe staat het met hun "reis" en met onze "reis"? Keren we terug, dierbare broeders en zusters, naar dat moment van bijzondere genade dat de sluiting was van het Tweede Vaticaans Concilie, de 8ste december 1965, toen de concilievaders aan heel de mensheid enkele "Boodschappen" richtte. De eerste was gericht aan de "
2e Vaticaans Concilie - Overig document
Boodschap aan de regeerders
(8 december 1965)", de tweede "
2e Vaticaans Concilie - Overig document
Boodschap aan de mensen van het intellect en van de wetenschap
(8 december 1965)". Dat zijn twee categorieën van personen die we enigszins verbeeld kunnen zien in de evangelische gestalten van de "Wijzen". Ik zou er nog een derde aan willen toevoegen, waaraan het Concilie geen boodschap richtte, maar die wel degelijk in haar aandacht stond bij de conciliaire Verklaring
2e Vaticaans Concilie - Verklaring
Nostra Aetate
Over de houding van de Kerk tegenover niet-christelijke godsdiensten
(28 oktober 1965). Ik bedoel de geestelijke leiders van de grote niet-christelijke godsdiensten. Op een afstand van tweeduizend jaar, kunnen we dus in de gestalten van de Wijzen iets als een voorafbeelding zien van deze drie constitutieve dimensies van het moderne humanisme: de politieke, de wetenschappelijke en de godsdienstige dimensie.
Epifanie doet ons dit humanisme in een toestand zien van een pelgrimstocht, van onderweg zijn, dat wil zeggen betrokken in een dikwijls wat verwarde zoektocht die uiteindelijk zijn eindpunt heeft in Christus, ook al verbergt zich af en toe de ster. Tegelijkertijd laat Epifanie ons zien dat God op zijn beurt onderweg is naar de mens. Er is niet alleen de zoektocht van de mens naar God; God zelf is op weg gegaan naar ons. Want wie is Jezus eigenlijk anders dan God die uit zichzelf is uitgegaan om de mensheid tegemoet te komen? Uit liefde is Hij geschiedenis geworden in onze geschiedenis; uit liefde is Hij ons de kiem van het nieuwe leven komen brengen Vgl. Joh. 3, 3-6
en het in de voren van onze aarde komen zaaien, opdat het ontkiemt, tot bloei komt en vrucht draagt.