LE VOCI CHE DA TUTTISint Jozef, Patroon voor het welslagen van het Oecumenisch Concilie
(Soort document: H. Paus Johannes XXIII - Apostolische Brief)
H. Paus Johannes XXIII -
19 maart 1961
ARTIKEL 3 - Het Concilie van belang voor alle zielen
Alles wat er plaats heeft in de Kerk die door Jezus Christus is gesticht, is verheven en belangrijk. Wanneer er een Concilie gehouden wordt verzamelen zich rondom de Vaders alle voorname en hooggeplaatste personen uit de kerkelijke wereld, al de belangrijke theologen en juristen en zij die met organisatorische en apostolische kwaliteiten rijk begiftigd zijn. Het beeld van een Concilie ziet er aldus uit: de Paus aan het hoofd en rondom hem kardinalen en bisschoppen van verschillende riten en uit alle landen, en verder hooggeleerde doctoren en professoren die uiterst competent zijn in de verschillende takken der kerkelijke wetenschappen.
Maar het Concilie wordt gehouden voor het gehele christenvolk dat er tennauwste in betrokken is door die wonderlijke stroom van genade en christelijke levenskracht die ons deelachtig maakt aan de verworvenheden die voor dit aardse leven van wezenlijk belang zijn en die ons verzekert van de rijkdommen der eeuwigheid.
Allen, geestelijken en leken, groten en kleinen, uit alle delen der wereld, uit iedere stand, elke stam, welke kleur zijn huid ook heeft, allen hebben zij belang bij het Concilie; en wanneer er één hemelse beschermer is aangewezen om tijdens de voorbereiding en het verloop van de hemel de virtus di vin a af te smeken die het kenmerk moet worden van deze hedendaagse periode in de geschiedenis der Kerk, dan is er tussen al de hemelingen niemand aan wie wij dit beter toe kunnen vertrouwen dan aan St. Jozef, het hoofd van het heilig Huisgezin van Nazareth en beschermer van de Heilige Kerk.
Luisterend naar de weerklank van de stem van de pausen dezer laatste eeuw werd Ons hart opnieuw getroffen door de karakteristieke woorden van Pius XI. Hij wist het op zo'n rustige en weloverwogen wijze te zeggen. Nog klinken zij Ons in de oren uit een toespraak die hij hield op 19 maart 1928 waarin hij St. Jozef die hem zo dierbaar was wilde eren.
"Het is waarlijk bezielend" zo zegt hij "van nabij te beschouwen, en als het ware de een naast de ander te zien schitteren, die twee machtige figuren die de Kerk vanaf haar allereerste begin begeleiden: daar is vooreerst dan de figuur van Joannes de Doper die tevoorschijn treedt uit de woestijn, nu eens met een klinkende stem, dan weer vol zoete tederheid, nu eens als een brullende leeuw, dan weer als de vriend die zich verheugt in de heerlijkheid van de bruidegom en die het offer brengt van zijn martelaarschap. Daarnaast zien wij dan de indrukwekkende figuur van St. Petrus tot wie de Goddelijke Meester zeide: "gaat en verkondigt alle volkeren" en tot hem persoonlijk zei Hij: "gij zijt Petrus en op deze steenrots zal Ik mijn Kerk bouwen", welk een grootse en indrukwekkende zending was dat!"
Aldus sprak Paus Pius XI en met een stem waarin zijn liefde en verering doorklonk vervolgde hij: "En tussen deze beide grote figuren, tussen deze twee zendingen, zie, daar verschijnt de persoon van St. Jozef, die ook een zending te vervullen heeft, maar hij beweegt zich zwijgend, ingekeerd, bijna onopgemerkt en onbekend in alle nederigheid en stilte, een nederigheid die evenwel later in het volle licht zou komen, een stilte die gevolgd zou worden door de glorie der eeuwigheid".
Paus Pius XI, Toespraak, Over de Heilige Jozef (19 mrt 1928)
Laat ons toch St. Jozef vereren en zijn bescherming afroepen over het IIe Vaticaans Oecumenisch Concilie!
Eerbiedwaardige broeders en zonen van Rome, geliefde broeders en zonen van geheel de wereld, hiertoe willen Wij u dringend aansporen en daarom zenden Wij u deze apostolische Brief op de 19e maart, opdat uw harten, door de viering van het feest van St. Jozef als Patroon van de universele Kerk, tot een bijzondere ijver mogen geprikkeld worden om door een vurig, aanhoudend en dringend gebed onze Moeder de Heilige Kerk te helpen in haar lerende en leidende taak die zij te vervullen heeft bij de viering van het XXle Oecumenisch en IIe Vaticaans Concilie, waarin de gehele wereldpers een levendig en eerbiedig belang stelt.
Het is u bekend dat de eerste fase van voorbereiding in volle gang is en veelbelovende vorderingen maakt. Belangrijke en geleerde geestelijken uit alle delen der wereld zijn hiervoor in groten getale naar Rome gekomen. Zij zijn verdeeld over verschillende secties die zich op de bestudering van bepaalde onderwerpen toeleggen, gebruik makend van talloze kostbare gegevens die verzameld zijn in een serie indrukwekkende boekwerken. Deze gegevens bestaan uit de gedachten, ervaringen en suggesties die ontsproten zijn aan het inzicht, de wijsheid en de vurige apostolische ijver van allen wie het belang van de Kerk ter harte gaat en die zich hebben laten inspireren door de onschatbare rijkdommen van de katholieke Kerk in het verleden, het heden en de toekomst. Om haar taak tot een gelukkig einde te brengen vraagt het Oecumenisch Concilie slechts om het licht der waarheid en genade, om gehoorzaamheid en rust, vrede in hart en geest; dit is nodig van onze menselijke kant. Van boven verwachten wij de hemelse hulp die het christen volk moet afsmeken door gezamenlijk gebed, voorbeeldige levenswandel en het vaste voornemen om straks de besluiten en voorschriften die na de beëindiging van deze grootse gebeurtenis zullen worden afgekondigd oprecht na te komen.

Wij zijn nog steeds vervuld van die schone gedachte welke Paus Pius XI op die 19e maart 1928 opriep. Hier in Rome straalt de kathedraal van Lateranen altijd in
de luister van St. Joannes de Doper. Maar in de machtige tempel van St. Petrus, waar de kostbaarste herinneringen van het Christendom vereerd worden, bevindt zich ook een altaar van St. Jozef. Wij zouden gaarne zien en Wij doen u daarom vandaag, op de 19e maart 1961, het voorstel dat het altaar van St. Jozef met nieuwe luister moge worden omgeven en dat het het middelpunt moge worden van de liefdevolle verering van de enkeling zowel als van een talloze menigte. Moge onder de hemelse gewelven van deze Vaticaanse tempel alle deelnemers aan het Oecumenisch Concilie die vanuit de verst verwijderde plaatsen hier te samen gekomen zijn, zich verenigen rondom het Hoofd der Kerk.
O, St. Jozef, hier, hier is Uw plaats als Protector universalis Ecclesiae. Aan U hebben Wij, door middel van de stemmen en de documenten van Onze onmiddellijke Voorgangers van de laatste honderd jaar - van Pius IX tot Pius XII - een lauwerkrans van huldeblijken willen brengen als een echo van alle betuigingen van liefdevolle verering die U thans door alle katholieke volken en in alle missiegebieden gebracht worden. Weest Gij altijd onze Beschermer. Moge Uw vrede des harten, Uw stilte, Uw arbeidzaamheid en Uw geest van gebed in dienst van de Kerk ons steeds opnieuw bezielen. Opdat wij ons met U en in vereniging met Uw gezegende Bruid, onze allerzoetste en Onbevlekte Moeder mogen verblijden in de oneindige liefde van Jezus Christus, de glorierijke en onsterfelijke Koning der eeuwen.
Gegeven te Rome, bij Sint-Pieter, de 19e maart 1961, in het derde jaar van Ons Pontificaat.
PAUS JOHANNES XXIII
© 1961, Katholiek Archief, jrg. 16, nr. 18