Paus Benedictus XVI - 8 december 2006
DE MENSELIJKE PERSOON - HART VAN DE VREDE Boodschap voor Wereldvrededag, 1 januari 2007 |
|||
► | De Kerk ter bescherming van het transcendente karakter van de menselijke persoon |
Tenslotte wil ik een dringend appél doen op het volk van God opdat iedere christen zich verplicht voelt een onvermoeibare bewerker van de vrede te zijn en een vurige verdediger van de waardigheid van de menselijke persoon en van zijn onvervreemdbare rechten. Laat de christen dankbaar zijn jegens de Heer, dat deze hem geroepen heeft om deel uit te maken van zijn Kerk die in de wereld "het teken en de bescherming is van het transcendente karakter van de menselijke persoon" 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 76, en laat hij niet moe worden van Hem het fundamentele goed van de vrede af te smeken dat in het leven van ieder zo belangrijk is.
Laat hij er ook trots op zijn om met edelmoedige toewijding de zaak van de vrede te mogen dienen, en zijn broeders tegemoet gaan, met name degenen die, naast het feit dat zij armoede en ontberingen lijden, ook nog dat kostbare goed van de vrede missen. Jezus heeft ons geopenbaard dat "God liefde is" Vgl. 1 Joh. 4, 8 en dat de hoogste roeping van iedere persoon in de liefde bestaat. In Christus kunnen wij de krachtigste redenen vinden om vurige voorvechters te zijn van de menselijke waardigheid en moedige bouwers van vrede.
Laat dus nooit de bijdrage verflauwen van iedere gelovige aan een waarachtig en integraal humanisme, volgens de leer van de encyclieken H. Paus Paulus VI - Encycliek
Populorum Progressio
Over de ontwikkeling van de volken
(26 maart 1967) en H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Sollicitudo Rei Socialis
De ontwikkeling van de mens en de samenlevingTwintig jaar na Populorum Progressio van Paus Paulus VI
(30 december 1987), waarvan we dit jaar al gauw de 40ste en de 20ste verjaardag zullen vieren. Aan het begin van het jaar 2007 vertrouw ik mijn aanhoudend gebed voor heel de mensheid toe aan de Koningin van de Vrede, die de Moeder is van Jezus Christus "onze vrede" (Ef. 2, 14). Tot Haar zien wij met een van hoop vervuld hart op, al is het temidden van gevaren en problemen. Moge Maria ons in haar Zoon de Weg van de vrede tonen, en onze ogen verlichten, opdat wij zijn Gelaat mogen herkennen in het gelaat van elke menselijke persoon: het hart van de vrede!
Vanuit het Vaticaan,
8 december 2006Paus Benedictus XVI