• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x
De gezongen viering van het goddelijk Officie is de vorm, die het meest overeenstemt met de aard van dit gebed. Ze geeft daaraan een meer plechtig karakter en is een teken van een diepere innerlijke verbondenheid van de biddenden in het lofprijzen van God. Daarom wordt deze vorm, volgens de wens van de Constitutie over de heilige Liturgie Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 99, dringend aanbevolen aan hen, die het goddelijk Officie vieren in het koor of gemeenschappelijk. Het verdient aanbeveling, dat zij althans een of ander gedeelte van het goddelijk Officie zingen, vooral de voornaamste Uren, nl. de Lauden en de Vespers, minstens op zon- en feestdagen.
Met handhaving van het bestaande recht voor hen, die tot het koor zijn gehouden, en met eerbiediging van particuliere indulten, kan men bij de gezongen viering van het goddelijk Officie het beginsel volgen van een grotere accentuering van het plechtig karakter; men zingt nl. die gedeelten, die krachtens hun aard meer onmiddellijk bestemd zijn om gezongen te worden, zoals de dialogen, de hymnen, de verzen, de cantica, terwijl men het overige reciteert.
Men zal de gelovigen uitnodigen en hun een passende catechetische begeleiding geven om op zon- en feestdagen enkele gedeelten van het goddelijk Officie gemeenschappelijk te vieren, vooral de Vespers of ook andere Uren, volgens de plaatselijke gewoonten en het gebruik van de verschillende gemeenschappen. In het algemeen zal men de gelovigen, in het bijzonder de meer ontwikkelden, door een goed onderricht ertoe trachten te brengen, zich bij hun gebed te bedienen van de psalmen en deze in christelijke zin te verstaan, zodat zij geleidelijk worden ingewijd in het publieke gebed van de Kerk, om dit beter te leren smaken en gebruiken.
Een dergelijk onderricht moet heel bijzonder gegeven worden aan de leden van de instituten, die de evangelische raden beleven, om daaruit een grotere rijkdom te kunnen putten tot verdieping van hun geestelijk leven. Het is loffelijk, dat zij de voornaamste Uren vieren, zo mogelijk ook met zang, om vollediger deel te nemen aan het publieke gebed van de Kerk.
Volgens de 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Sacrosanctum Concilium
Over de heilige liturgie
(4 december 1963)
moet, overeenkomstig de eeuwenoude traditie van de Latijnse ritus, voor de geestelijken bij de viering van het goddelijk Officie in koor het Latijn gehandhaafd blijven. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 101 Vgl. Concilium ter uitvoering van de Constitutie heilige liturgie, Instructie voor de uitvoering van de Constitutie over de heilige Liturgie, Inter Oecumenici (26 sept 1964), 85

Omdat echter de genoemde 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Sacrosanctum Concilium
Over de heilige liturgie
(4 december 1963)
voorziet in het gebruik van de volks­taal bij het goddelijk Officie zowel door de gelovigen als door de monialen en de andere leden van instituten met evangelische raden, die geen geestelijken zijn, moet men passende zorg besteden aan het maken van melodieën waarvan men zich kan bedienen bij het zingen van het goddelijk Officie in de volkstaal.

Document

Naam: MUSICAM SACRAM
Over de muziek in de Heilige Liturgie
Soort: Congregatie voor de Riten
Auteur: Jacobus Kard. Lercaro
Datum: 5 maart 1967
Copyrights: © 1967, Ecclesia Docens 0799, Uitg. Gooi & Sticht, Hilversum
Bewerkt: 7 november 2019

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test