
Jacobus Kard. Lercaro - 5 maart 1967
MUSICAM SACRAM Over de muziek in de Heilige Liturgie |
|||
► | De zang bij de viering van de Mis |
Het gebruik van deze graden zal als volgt worden geregeld: de eerste graad kan ook zelfstandig worden benut; de tweede en de derde graad, geheel of gedeeltelijk, alleen in combinatie met de eerste. Men trachte dus de gelovigen altijd te brengen tot een volledige deelname aan de zang.
De eerste graad omvat:
De tweede graad omvat:
De derde graad omvat:
Het is aan te bevelen, dat de verzamelde gelovigen zo veel mogelijk deelnemen aan de zang van het "Proprium"; zij kunnen dit doen door gemakkelijke refreinen of andere geëigende muzikale vormen.
Onder de gezangen van het "Proprium" neemt een bijzondere plaats in het gezang na de lezingen, in de vorm van het graduale of de responsoriepsalm. Dit gezang maakt krachtens zijn aard deel uit van de woordliturgie; daarom moet het worden uitgevoerd, terwijl allen zijn gezeten en ernaar luisteren, en zelfs zoveel mogelijk er aan deelnemen.
Worden de gezangen van het "Ordinarium van de Mis" meerstemmig gezongen, dan kunnen ze door het zangkoor op de gebruikelijke wijze worden uitgevoerd, d.w.z. "a capella" of met instrumentale begeleiding, op voorwaarde, dat het volk niet geheel wordt uitgesloten van de deelname aan de zang.
In de andere gevallen kunnen de gezangen van het "Ordinarium van de Mis" afwisselend worden gezongen door het zangkoor en het volk of ook door twee groepen van het volk; men kan dan afwisselen vers voor vers, of op een andere geschikte wijze, waarbij men het geheel van de tekst in grotere stukken verdeelt. In deze gevallen houde men echter het volgende voor ogen: