Het is ten zeerste gewenst, dat de organisten en de andere musici niet alleen een grote deskundigheid bezitten in het goed bespelen van hun instrument; zij moeten ook de geest van de liturgie leren kennen en er diep in doordringen, om door de uitoefening van hun functie, ook improviserend, luister te kunnen bijzetten aan de viering overeenkomstig de ware aard van haar onderdelen, en de deelname van de gelovigen te kunnen stimuleren. Vgl. Congregatie voor de Riten, Over gewijde muziek en de heilige Liturgie, Instructio de musica sacra et sacra liturgia (3 sept 1958), 24-25