Jacobus Kard. Lercaro - 5 maart 1967
Volgens de 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Sacrosanctum Concilium
Over de heilige liturgie
(4 december 1963) "moet het gebruik van de Latijnse taal, behoudens het particulier recht, in de Latijnse ritussen gehandhaafd blijven". Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 36. par. 1 Omdat echter "het gebruik van de volkstaal vaak van groot nut kan zijn voor het volk" Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 36. par. 2, "komt het aan het bevoegde territoriaal kerkelijk gezag toe, beslissingen te nemen omtrent het gebruik van de volkstaal en de mate van dit gebruik; deze besluiten moeten echter door de Apostolische Stoel worden goedgekeurd of bekrachtigd". Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 36. par. 3
Met strikte inachtneming van deze richtlijnen zal men daarom die vorm van deelname kiezen, die het best beantwoordt aan de mogelijkheden van iedere bijeenkomst.
De zielenherders zullen ervoor zorgen, dat, behalve in de volkstaal, "de gelovigen de vaste delen van de Mis, die voor hen bestemd zijn, ook in het Latijn samen kunnen bidden of zingen". Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 54 Vgl. Concilium ter uitvoering van de Constitutie heilige liturgie, Instructie voor de uitvoering van de Constitutie over de heilige Liturgie, Inter Oecumenici (26 sept 1964), 59