
Jacobus Kard. Lercaro - 5 maart 1967
De liturgische handelingen zijn vieringen van de Kerk, het heilig volk, verenigd en geordend onder de leiding van de bisschop of de priester. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 26.41-42 Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 28 Hierbij nemen een bijzondere plaats in: de priester en zijn assistenten op grond van de heilige wijding, die zij hebben ontvangen; en verder, op grond van hun dienende functie, de acolieten, de lezers, de commentatoren en de leden van het zangkoor. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 29