
Gaetano Kard. Cicognani - 3 september 1958
Religieuze volkszang kan bij oefeningen van godsvrucht vrij worden aangewend; bij liturgische handelingen echter worde strikt de hand gehouden aan wat boven, nn. 13-15, is bepaald.
De tweede manier van deelname heeft men, wanneer de gelovigen aan het eucharistisch Offer deelnemen door gemeenschappelijke gebeden en gezangen te verrichten.
Men moet er voor zorgen, dat zowel gebeden als gezangen aan de afzonderlijke delen van de Mis goed zijn aangepast, behoudens echter het voorschrift van n. 14 c.
In gelezen Missen kunnen religieuze volksliederen door de gelovigen worden gezongen, met behoud echter van de wet dat zij moeten passen bij de afzonderlijke delen van de Mis vgl. n. 14 b).
De religieuze volkszang moet ten zeerste worden aanbevolen en bevorderd; met behulp daarvan immers wordt het christelijk leven van een religieuze geest vervuld en de geesten van de gelovigen tot hogere dingen verheven. Deze religieuze volkszang nu heeft een eigen plaats bij alle, hetzij openbare hetzij familiale, feesten van het christelijk leven, of ook onder de langdurige zorgen van het dagelijks leven; een edeler plaats echter bekleedt hij bij alle oefeningen van godsvrucht, hetzij in hetzij buiten de kerk te verrichten; soms ten slotte wordt hij bij liturgische handelingen toegelaten, volgens de boven nn. 13-15 verstrekte normen.
De werkzame deelname van de gelovigen, vooral aan de heilige Mis en aan bepaalde meer ingewikkelde liturgische plechtigheden, zal gemakkelijker verkregen kunnen worden door het optreden van een commentator, die, te juister tijd en met weinig woorden, de riten zelf of de gebeden en lezingen van celebrant of gewijde assistenten verklaart en de uitwendige deelname van de gelovigen, nl. hun antwoorden, bidden en zingen, leidt. Een dergelijke commentator kan toegelaten worden, met inachtneming van de volgende nor- men: