Gaetano Kard. Cicognani - 3 september 1958
Over de gewijde muziek zijn in onze tijd door de Pausen drie documenten uitgegeven van uitzonderlijk belang, nl. het Motu proprio van de H. Pius X, H. Paus Pius X - Motu Proprio
Tra le sollecitudini - Inter sollicitudines
Instructie over de gewijde muziek
(20 november 1903), van 22 november 1903; de Apostolische Constitutie van Pius XI, roemrijker gedachtenis, Paus Pius XI - Apostolische Constitutie
Divini Cultus Sanctitatem
Over het gestadig meer bevorderen van de liturgie, de gregoriaanse zang en de gewijde muziek
(20 december 1928), van 20 december 1928; en ten slotte van Paus Pius XII, roemrijk regerend, de Encycliek Paus Pius XII - Encycliek
Musicae sacrae disciplina
Over de gewijde muziek
(25 december 1955), van 25 december 1955; daarnaast zijn er nog andere, kleinere documenten van pausen en decreten van deze H. Ritencongregatie geweest, waarin verschillende, op de gewijde muziek betrekking hebbende, zaken werden geregeld. Het is echter voor iedereen duidelijk, dat er tussen de gewijde muziek en de heilige liturgie van nature een zodanig nauwe band bestaat, dat nauwelijks omtrent de eerste wetten uitgevaardigd en regels gegeven kunnen worden met voorbijzien van de tweede. In werkelijkheid gaat het daarom in de genoemde pauselijke documenten en in de decreten van de Ritencongregatie tegelijk over de gewijde muziek en over de heilige liturgie.
Aangezien verder Paus Pius XII, nog vóór de Encycliek Paus Pius XII - Encycliek
Musicae sacrae disciplina
Over de gewijde muziek
(25 december 1955), een andere en wel zeer belangrijke Encycliek over de heilige liturgie had uitgevaardigd: Paus Pius XII - Encycliek
Mediator Dei et hominum
Over de Heilige Liturgie
(20 november 1947), van 20 november 1947, waarin de leer van de liturgie èn de pastorale behoeften in een wonderbaarlijke samenhang worden uiteengezet, leek het nu het juiste ogenblik, om de voornaamste hoofdstukken, met betrekking tot de gewijde muziek en heilige liturgie en hun pastorale doeltreffendheid, uit de genoemde documenten bijeen te brengen en in een aparte Instructie met grotere nauwkeurigheid aan te geven, opdat alles wat in deze documenten is uiteengezet, gemakkelijker en beter in praktijk gebracht kan worden.
Juist daarom is deze Instructie gezamenlijk geredigeerd door mensen die op het gebied van de gewijde muziek bevoegd zijn tezamen met de pauselijke commissie, die is ingesteld voor de algemene vernieuwing van de liturgie.
De gehele stof van de Instructie is als volgt verdeeld:
Na de vooropstelling dus van enige algemene begrippen (hoofdstuk I), worden algemene normen met betrekking tot het gebruik van de gewijde muziek in de liturgie gegeven (hoofdstuk II); als dit fundament is gelegd wordt de gehele zaak in hoofdstuk III ontvouwd; in de afzonderlijke paragrafen van dit hoofdstuk worden op de eerste plaats enige meer belangrijke beginselen vastgesteld, waaruit vervolgens speciale normen als vanzelf voortvloeien.