Jacobus Kard. Lercaro - 25 mei 1967
In de catechese moet daarom de leer over het koninklijk priesterschap, waartoe de gelovigen door de wedergeboorte en de zalving van de Heilige Geest zijn gewijd, worden uiteengezet. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 10 Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over het leven en dienst van de priester, Presbyterorum Ordinis (7 dec 1965), 2 Vgl. H. Paus Paulus VI, Encycliek, Over de leer en de verering van de Heilige Eucharistie, Mysterium Fidei (3 sept 1965), 31
In aansluiting hierop moet nader verklaard worden de taak van het ambtelijk priesterschap bij de viering van de Eucharistie, dat wezenlijk en niet slechts gradueel verschilt van het algemeen priesterschap van de gelovigen Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 10 Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over het leven en dienst van de priester, Presbyterorum Ordinis (7 dec 1965), 2.5, en verder de functies van anderen, die hierbij een dienende taak verrichten. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 28.29