EUCHARISTICUM MYSTERIUMOver de Eredienst van de Eucharistie
(Soort document: Congregatie voor de Riten)
Jacobus Kard. Lercaro -
25 mei 1967
De zielzorgers zullen dus „de gelovigen met zorg leren, dat zij aan de gehele Mis moeten deelnemen” door het nauwe verband te laten uitkomen, dat er bestaat tussen de liturgie van het woord en de viering van de Maaltijd des Heren, zodat de mensen duidelijk beseffen, hoe deze twee één enkele act van eredienst vormen.
Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 56 Want „de prediking van het woord is noodzakelijk voor de bediening zelf van de sacramenten, die immers de sacramenten zijn van het geloof, dat ontstaat uit en gevoed wordt door het woord”.
2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over het leven en dienst van de priester, Presbyterorum Ordinis (7 dec 1965), 4 Dit geldt vooral van de viering van de Mis, waarin de liturgie van het woord tot doel heeft, de nauwe band tussen het verkondigen en het aanhoren van Gods woord enerzijds en het mysterie van de Eucharistie anderzijds op bijzondere wijze tot zijn recht te laten komen.
2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over het leven en dienst van de priester, Presbyterorum Ordinis (7 dec 1965), 4 Alinea 3
Het aanhoren van Gods woord dient dus de gelovigen tot het inzicht te brengen, dat Gods grote daden, die worden verkondigd, hun hoogtepunt bereiken in het Paasmysterie, waarvan de gedachtenis in de Mis sacramenteel wordt gevierd. Aldus zullen de gelovigen, gevoed door het ontvangen woord van God, met dankbaarheid komen tot een vruchtbare deelname aan de heilsgeheimen. Zo wordt de Kerk gesterkt met het brood van het leven aan de tafel van Gods woord en aan de tafel van Christus’ Lichaam. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Goddelijke openbaring, Dei Verbum (18 nov 1965), 21
© 1968, Ecclesia Docens 0821, Uitg. Gooi & Sticht, Hilversum
Vert.: Dr. M.H. Mulders C.ss.R., Dr. J. Kahmann C.s.R.