Paus Benedictus XVI - 30 november 2006
Het vierde Evangelie toont Andreas ook als de eerste, die geroepen is, "ho protoklitos", zoals hij in de Byzantijnse traditie bekend is. Andreas is het ook, die zijn broer Simon bij Jezus brengt Vgl. Joh. 1, 40v . In de Patriachale Kathedraal van de heilige Gregorius kunnen we nu nog één keer de eenheid en de roeping van de broers, Simon Petrus en Andreas, ervaren, nu wij, als de opvolger van Petrus, zijn broeder ontmoet in de bisschoppelijke dienst, die volgens de traditie door de Apostel Andreas werd gesticht. Onze broederlijke ontmoeting onderstreept deze bijzondere relatie, die de Kerk van Rome en die van Constantinopel als Zusterkerken verbindt.
Op 7 december 1965, aan de vooravond van de laatste zitting van het Tweede Vaticaans Concilie, hebben onze eerbiedwaardige voorgangers een unieke en onvergetelijke stap in de Patriachale kerk van de heilige Gregorius en de basiliek van de heilige Petrus in Rome in het Vaticaan: zij Secretariaat voor eenheid der Christenen
Wederzijdse herroeping van de ex-communicatie van 1054 door Rome en Constantinopel
Gemeenschappelijke verklaring
(7 december 1965). Op deze wijze bevestigden zijn een beslissende verandering in onze relaties. Sindsdien zijn vele andere belangrijke stappen gezet op de weg naar wederzijdse toenadering. Ik herinner bijzonder aan het bezoek van mijn voorganger Paus Johannes Paulus II aan Constantinopel in 1979 en aan de bezoeken van de Oecumenische Patriarch Bartholomeus I aan Rome.
In dezelfde geest moet ook mijn aanwezigheid nu onze verplichting vernieuwen om voort te gaan op de weg van het herstel - door Gods genade - van de volle eenheid tussen de kerken van Rome en Constantinopel.
Ik kan u verzekeren dat de Katholieke Kerk vastbesloten is alle te doen om de hindernissen te slechten en gemeenschappelijk met de orthodoxe broeders en zusters naar nog werkzamere middelen van pastorale samenwerking te zoeken.
Het proces van de secularisering heeft de invloed van de traditie verzwakt. Ze wordt betwijfeld en zelfs afgewezen. Ten aanzien van deze realiteit zijn wij geroepen, samen met de alle christelijke gemeenschappen het bewustzijn van Europa voor hun christelijke wortels, tradities en waarden te vernieuwen en hun een nieuwe levenskracht te geven. Onze inzet de banden van de Katholieke kerk en de Orthodoxe Kerken te verstevigen is een deel van deze missionaire opgave. De scheidingen, die onde de christenen bestaan, zijn een aanstoot voor de wereld en een hindernis voor de verkondiging van het Evangelie.
Aan de vooravond van Zijn lijden en dood heeft de Heer binnen de kring van Zijn jongeren hun gevraagd dat allen één zijn, opdat de wereld gelooft (Joh. 17, 21). Alleen door de broederlijke gemeenschap onder de christenen en hun wederzijdse liefde wordt de boodschap van de liefde van God voor iedere man en iedere vrouw geloofwaardig. Iedereen, die een realistische blik op de huidige christelijke wereld werpt, zal zien, hoe dringend we dit getuigenis nodig hebben.
Simon werd, ondanks zijn menselijke zwakheid, "Petrus" genoemd, de "rots", waarop de Kerk gebouwd zou worden. Hem werd op bijzondere wijze de sleutels van het hemelrijk toevertrouwd (Mt. 16, 18). Zijn reizen brachten hem van Jeruzalem naar Antiochië, en van Antiochië naar Rome, zodat hij in deze stad zijn universele verantwoording zou kunnen uitoefenen.
Het thema van de universele dienst van Petrus en zijn opvolgers heeft helaas tot meningsverschillen geleid, die wij hopen te overwinnen, ook op grond van de theologische dialoog die kortgeleden weer werd opgenomen. Noot van de vertaler: In 2005 is in Belgrado de gemeenschappelijke commissie voor het eerst weer bijeen geweest, nadat de dialoog zo'n vijf jaar stil had gelegen.
Mijn vereerde voorganger, de dienaar Gods Paus Johannes Paulus II, sprak over de barmhartigheid als kenmerk van de petrinische dienst van de eenheid, een barmhartigheid, die Petrus zelf als eerste ervaren heeft Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over de inzet voor de oecumene, Ut Unum Sint (25 mei 1995), 91. Juist op deze grondslag lied Paus Johannes Paulus II een uitnodiging uitgaan om tot een broederlijke dialoog te komen, die als doelstelling heeft wegen te zoeken hoe de dienst van Petrus tegenwoordig uitgeoefend kan worden, waarbij zijn natuur en zijn wezen gerespecteerd wordt, om "een door alle betrokkenen erkende dienst van liefde kan verwezenlijken" H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over de inzet voor de oecumene, Ut Unum Sint (25 mei 1995), 95.
Vandaag wil ik deze uitnodiging in herinnering roepen en ze vernieuwen.
De Apostel Andreas vertegenwoordigt dus het bij elkaar komen van de vroegere christendom en de griekse cultuur. Vooral in Klein-Azië maakten de grote Kappedocische vaders deze ontmoeting mogelijk, wier liturgie, theologie en spiritualiteit zowel de Oosterse als ook in de Westerse kerken verrijkt hebben. De christelijke boodschap viel als tarwekorrels Vgl. Joh. 12, 24 op dit land en bracht rijke vrucht voort.
We moeten ten zeerste dankbaar zijn voor de erfenis, die door deze vruchtbare ontmoeting tussen de christelijke boodschap en de hellenisctische cultuur, voortgebracht is. Het heeft de kerken in het Oosten en in het Westen nadrukkelijk beïnvloed. De Griekse vaders hebben ons een rijke schat overgeleverd, waaruit de Kerk nog steeds oude en nieuwe rijkdommen put Vgl. Mt. 13, 52 .
De gelijkenis van de tarwekorrel, dat sterft om vrucht voort te brengen, heeft ook een parallel in het leven van Andreas. De overgeleverde traditie zegt ons dat hij het lot van Zijn Heer en meester gevolgd is en dat zijn dagen eindigden in het Griekse Patras. Zoals Petrus onderging hij het martelaarschap aan het kruis, bij hem een diagonaalkruis, dat we nog heden vereren als het Andreas-kruis.
Met hen delen we dezelfde hoop welke de Kerk leidt, zij "trekt voort op haar pelgrimstocht te midden van de vervolgingen van de wereld en de vertroostingen van God" 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 8 Vgl. H. Augustinus, Over de Stad Gods, De Civitate Dei. 51,2. Ook in de vorige eeuw, dat juist geëindigd is, heeft zijn deel aan getuigenissen voor het geloof gezien, in het Oosten en in het Westen. Zelfs ook nu zijn er vele van zulke getuigenissen in de verschillende delen van de wereld.
Wij gedenken hen in onze gebeden en bieden hen op alle mogelijke wijze onze ondersteuning aan en appelleren aan de verantwoordelijken van de wereld, de vrijheid van gdosdienst als een fundamentele mensenrecht te respecteren.
De Goddelijke Liturgie waaraan wij hebben deelgenomen, werd volgens de ritus van de heilige Johannes Chrysostomos gevierd. Het kruis en de verrijzenis van Jezus Christus werd op een mystieke wijze tegenwoordig gesteld. Voor ons christenen is dit een bron en een teken van een voortdurende vernieuwende hoop. Wij vinden deze hoop zeer mooi uitgedrukt in een oude tekst, die als de "Passie van de heilige Andreas" bekend staat.
"Ik groet u, o kruis, dat door het Lichaam van Christus gewijd is en getooid is met Zijn beenderen aks met kostbare parels... Moge de gelovigen uw vreugde ervaren en de gaven, die in haar verborgen zijn..."
Dit geloof aan de verlossende dood van Jezus aan het kruis en deze hoop, welke de Verrijzene aan de gehele mensheid aanbiedt, wordt door ons allen gedeeld, door Orthodoxen als ook door Katholieken.
Moge ons dagelijks bidden en handelen door de ijverige wens bezield worden, niet alleen bij de Goddelijke Liturgie aanwezig te zijn, maar deze met elkaar te bieren, aan de ene tafel van de Heer deel te hebben, hetzelfde brood en dezelfde kelk te delen. Moge onze ontmoeting van vandaag een impuls zijn en als een vreugdevolle vooruitblik zijn op het geschenk van de volle eenheid. En moge de Geest van God ons op onze weg begeleiden!