• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x

Gij zult dan ook kunnen begrijpen, Eerbiedwaardige Broeders, in welke geest Wij Onze dierbare priesters aansporen dit voorbeeld van armoede en naastenliefde te overwegen. "De dagelijkse ervaring bewijst - zo schreef Pius XI, denkend aan de Pastoor van Ars - dat priesters, die volgens de evangelische raden een armoedig en belangeloos leven leiden, altijd wonderen van goedheid wrochten bij het christenvolk" Paus Pius XI, Encycliek, Over het goddeloze communisme, Divini Redemptoris (19 mrt 1937), 63. En dezelfde Opperherder richtte, toen Hij over de hedendaagse maatschappij handelde, eveneens tot de priesters deze ernstige waarschuwing: "Terwijl de mensen alles kopen en verkopen met geld, moeten zij vrij van ieder egoïsme zijn en alle lage begeerlijkheid verachten; zij moeten zich wijden aan het winnen van zielen, niet van geld, aan de glorie van God, niet aan die van zich­zelf Paus Pius XI, Encycliek, Over het Katholieke priesterschap, Ad Catholici Sacerdotii fastigium (20 dec 1935). A.A.S. XXVIII, 1936, p. 28.

Deze woorden moeten in het hart van alle priesters geschreven staan. Als er zijn die in het wettig bezit van enkele persoonlijke goederen zijn, moeten zij er zich voor hoeden zich daaraan te hechten! Eerder dienen zij zich de verplichting te herinneren, die het Wetboek
Codex Iuris Canonici (1917) (27 mei 1917)
formuleert met betrekking tot de kerkelijke prebenden, de verplichting namelijk om "hun overschot aan de armen of aan goede werken te besteden" Wetboek, Codex Iuris Canonici (1917) (27 mei 1917), 1473. En geve God dat niemand het verwijt van de heilige Pastoor aan zijn schapen verdient: "Hoevelen zijn er niet die hun geld oppotten, terwijl zoveel armen van honger sterven!" cfr. Sermons du B. Jean B. 1If. Vianney, 1909, t. I, p. 364.

Maar Wij weten, dat vele priesters tegenwoordig in omstandigheden van werkelijke armoede leven. De verheerlijking van een van de hunnen, die vrijwillig van alles verstoken leefde en zich verheugde bij de gedachte de armste van de parochie te zijn cfr. Arch. Secret. Vat. t. 227, p. 91, zal voor hen een heilzame aansporing zijn om zichzelf te verloochenen in de beoefening van een evangelische armoede. En wanneer Onze vaderlijke bezorgdheid hun tot enige troost kan strekken, mogen zij dan weten, hoezeer Wij Ons verheugen over hun belangeloosheid in dienst van Christus en de Kerk.

Wanneer Wij echter, Eerbiedwaardige Broeders, deze verheven deugd van armoede zozeer aanbevelen, dan is het geenszins Onze bedoeling de behoeftige omstandigheden goed te keuren, waarin somtijds de dienaren van de Heer in de steden en op het platteland gedwongen zijn te leven. In zijn Commentaar op de aansporing van de Heer tot onthechting aan de goederen dezer wereld waarschuwt de heilige Beda Venerabilis juist tegen iedere verkeerde interpretatie van deze plaats: "Men moet niet denken, schrijft hij, dat de heiligen wordt voorge­schreven geen geld te bezitten voor persoonlijk gebruik of voor de armen; men leest immers dat de Heer zelf . een geldbuidel had voor de stichting van Zijn Kerk ; maar wel dat men daarom God nog niet dient en dat men uit vrees voor armoede het recht niet tekort mag doen" H. Beda Venerabilis, In Lucae Evangelium expositio. IV, in c. 12; Migne, PL, 92, col. 494-495. Evenzeer heeft de arbeider recht op zijn loon Vgl. Lc. 10, 7 , en terwijl Wij de bekommernis delen van Onze onmiddellijke Voorganger, vragen Wij alle gelovigen nadrukkelijk, edelmoedig te beantwoorden aan de oproep van de bisschoppen, die er terecht naar streven hun medewerkers in het heilig ministerie passende middelen van bestaan te verschaffen. Vgl. Paus Pius XII, Apostolische Exhortatie, Aan geheel de geestelijkheid in vrede de na te streven heiligheid van het priesterlijk leven, Menti Nostrae (23 sept 1950). A.A.S. XLII, 1950, pp. 697-699

Document

Naam: SACERDOTII NOSTRI PRIMORDIA
Bij gelegenheid van de 100e sterfdag van de H. Pastoor van Ars
Soort: H. Paus Johannes XXIII - Encycliek
Auteur: H. Paus Johannes XXIII
Datum: 1 augustus 1959
Copyrights: © 1959, Katholiek Archief 14e jrg. 877-894
Notenapparaat wordt later aangepast
Bewerkt: 7 november 2019

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test