• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x

Het schitterende voorbeeld van zelfverloochening van de heilige Jean Vianney, die "streng voor zichzelf en zacht voor anderen" cfr. Archiv. Beer. Vat. C. SS. Rituum, Processus, t. 227, p. 196 was, toont op welsprekende en klemmende wijze aan, dat de priesters tot de eigen vervolmaking van hun leven de eerste plaats aan de deugd van boetvaardigheid moeten toekennen.

Evangelische raden en priesterlijke heiligheid

Toen Onze Voorganger Pius XII, roemrijker gedachtenis, deze leer nader wilde verklaren en bepaalde dubbelzinnige opvattingen doen verdwijnen, ontkende hij weliswaar dat "de geestelijke stand - als zodanig en omdat hij voortvloeit uit het goddelijk recht - krachtens zijn wezen of tenminste krachtens een wezenlijk postulaat, eist dat zijn leden de evangelische raden navolgen" Paus Pius XII, Toespraak, Tot generaal oversten van orden, congregaties en seculiere instituten in Rome gevestigd, Annus Sacer (8 dec 1950), 2. A.A.S. XLIII, 1951, p. 29; en terecht besloot hij met deze woorden: "De geestelijke is dus niet krachtens goddelijk recht gehouden tot de evangelische raden van armoede, zuiverheid en gehoorzaamheid" Paus Pius XII, Toespraak, Tot generaal oversten van orden, congregaties en seculiere instituten in Rome gevestigd, Annus Sacer (8 dec 1950), 2. A.A.S. XLIII, 1951, p. 29.

Het zou echter een ernstige misvatting zijn omtrent de gedachtegang van deze Opperherder, zo bezorgd Voor de heiligheid van de priesters, en omtrent de bestendige lering der Kerk, als men daaruit zou willen besluiten, dat de wereldgeestelijke minder tot volmaaktheid is geroepen dan de religieus. Het tegendeel is waar, want de vervulling van de priesterlijke functies "vereist een grotere innerlijke heiligheid zelfs dan de kloosterstaat" H. Thomas van Aquino, Summa Theologiae. II-II, q. 184, a. 8, in c.. En zo de beoefening van de evangelische raden. Voor de bereiking van deze heiligheid van leven de priester niet wordt opgelegd krachtens zijn geestelijke stand, is het toch duidelijk, dat hij ze, gelijk alle leerlingen van de Heer, als de veiligste weg naar de christelijke volmaaktheid heeft te volgen. Hoeveel edelmoedige priesters hebben dit overigens, tot Onze grote troost, in onze dagen begrepen! Terwijl zij lid van de seculiere geestelijkheid blijven, vragen zij aan door de Kerk goedgekeurde vrome instellingen om hen te leiden en te steunen, teneinde gemakkelijker en gereder deze weg der volmaaktheid te kunnen gaan.

Overtuigd dat "de grootheid van het priesterschap ge­heel en al in de navolging van Jezus Christus is gele­gen" cfr. A.A.S. XLV, 1953, p. 288, moeten de pries­ters derhalve meer dan ooit gehoor geven aan deze wek­roep van de goddelijke Meester: "Wanneer iemand Mijn volgeling wil zijn, dan verloochene hij zichzelf, neme zijn kruis op en volge Mij" (Mt. 16, 24). Men vertelt, dat de heilige Pastoor van Ars "dit Woord van onze Heer vaak had overwogen en trachtte het in praktijk te brengen" cfr. Arch. Becret. Vat. t. 227, p. 42. God gaf hem de genade er op heldhaftige wijze trouw aan te blijven; en zijn voorbeeld toont ons de veilige weg der ascese, waar hij schitterde met grote glans door zijn armoede, zijn zuiverheid en zijn gehoorzaamheid.

Document

Naam: SACERDOTII NOSTRI PRIMORDIA
Bij gelegenheid van de 100e sterfdag van de H. Pastoor van Ars
Soort: H. Paus Johannes XXIII - Encycliek
Auteur: H. Paus Johannes XXIII
Datum: 1 augustus 1959
Copyrights: © 1959, Katholiek Archief 14e jrg. 877-894
Notenapparaat wordt later aangepast
Bewerkt: 7 november 2019

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test