H. Paus Johannes XXIII - 1 augustus 1959
Maar Wij weten, dat vele priesters tegenwoordig in omstandigheden van werkelijke armoede leven. De verheerlijking van een van de hunnen, die vrijwillig van alles verstoken leefde en zich verheugde bij de gedachte de armste van de parochie te zijn cfr. Arch. Secret. Vat. t. 227, p. 91, zal voor hen een heilzame aansporing zijn om zichzelf te verloochenen in de beoefening van een evangelische armoede. En wanneer Onze vaderlijke bezorgdheid hun tot enige troost kan strekken, mogen zij dan weten, hoezeer Wij Ons verheugen over hun belangeloosheid in dienst van Christus en de Kerk.