Joseph Kardinaal Ratzinger - 22 maart 1986
Het bewustzijn van de vrijheid en waardigheid van de mens is, samen met de instemming met de onvervreemdbare rechten van personen en volkeren, een van de voornaamste kenmerken van onze tijd. Maar de vrijheid vereist voorwaarden van economische, sociale, politieke en culturele aard, die de volle uitoefening ervan mogelijk maken. Een duidelijk onderkennen van de belemmeringen welke haar ontwikkeling in de weg staan en de menselijke waardigheid aantasten, ligt ten grondslag aan de sterke verlangens naar bevrijding, die in de wereld werkzaam zijn.
De Kerk van Christus maakt zich deze verlangens eigen, waarbij zij van haar onderscheidingsvermogen gebruik maakt. In het licht van het Evangelie, dat naar zijn hele aard een boodschap van vrijheid en bevrijding is. Deze verlangens nemen namelijk soms uitingsvormen aan die zowel op theoretisch als praktisch vlak niet altijd in overeenstemming zijn met de waarheid over de mens zoals deze naar voren komt in het licht van zijn schepping en verlossing. Daarom heeft de Congregatie voor de Geloofsleer het nodig geoordeeld de aandacht te vestigen op 'afwijkingen en gevaren voor afwijkingen, die verderfelijk zijn voor het geloof en het christelijk leven'. Congregatie voor de Geloofsleer, Instructie over bepaalde aspecten van de "Theologie van de Bevrijding", Libertatis nuntius (6 aug 1984) In plaats van achterhaald, blijken deze waarschuwingen elke dag meer actueel en ter zake te zijn.
De instructie ‘Congregatie voor de Geloofsleer
Libertatis nuntius
Instructie over bepaalde aspecten van de Theologie van de Bevrijding
(6 augustus 1984)’ over enkele aspecten van de 'theologie van de bevrijding' vermeldde de bedoeling van de Congregatie een tweede document te publiceren, dat de belangrijkste elementen van de christelijke leer over de vrijheid en bevrijding in het licht zou stellen. Deze instructie beantwoordt aan deze bedoeling. Tussen de twee documenten bestaat een organisch verband: zij moeten in het licht van elkaar worden gelezen.
Over hun thema, dat in het middelpunt staat van de evangelische boodschap zelf, heeft het kerkelijk leergezag zich bij talrijke gelegenheden uitgesproken. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965) Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Verklaring, Over de godsdienstvrijheid - Het recht van de persoon en van de gemeenschappen op sociale en burgerlijke vrijheid in godsdienstige aangelegenheden, Dignitatis Humanae (7 dec 1965) Vgl. H. Paus Johannes XXIII, Encycliek, Moderne ontwikkeling van het sociale leven en de christelijke beginselen, Mater et Magistra (15 mei 1961) Vgl. H. Paus Johannes XXIII, Encycliek, Vrede op aarde, Pacem in Terris (11 apr 1963) Vgl. H. Paus Paulus VI, Encycliek, Over de ontwikkeling van de volken, Populorum Progressio (26 mrt 1967) Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, De Verlosser van de mensen, Redemptor Hominis (4 mrt 1979) Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Op de negentigste verjaardag van de encycliek Rerum Novarum, Laborem Exercens (14 sept 1981) Vgl. H. Paus Paulus VI, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de Evangelisatie in de Moderne Wereld, Evangelii Nuntiandi (8 dec 1975) Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de verzoening en boete in de zending van de Kerk in deze tijd, Reconciliatio et paenitentia (2 dec 1984) Vgl. H. Paus Paulus VI, Apostolische Brief, Aan Maurice Kardinaal Roy, bij gelegenheid van de 80ste verjaardag van Rerum Novarum, Octogesima Adveniens (14 mei 1971) Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Toespraak, De beginselen van de geloofsverkondiging, Tot de Bisschoppen van Latijns-Amerika bij de Opening van hun derde conferentie in Puebla (Mexico) (28 jan 1979) Bij diverse gelegenheden keerde Paus Johannes Paulus II terug op dit thema. De Bisschoppensynodes van 1971 en 1974 is thema ook besproken geweest. De Latijns-Amerikaanse Bisschoppenconferenties hebben het direct tot onderwerp van hun reflecties gemaakt. Het trok ook de aandacht van andere Bisschoppencobferenties, bijvoorbeeld de Franse: Libération des hommes et salut en Jésus-Christ, 1975 Dit document beperkt zich tot het aangeven van de voornaamste theoretische en praktische aspecten ervan. Wat de toepassingen op de verschillende plaatselijke situaties betreft, komt het de particuliere kerken toe om in gemeenschap met elkaar en de zetel van Petrus daarvoor directe voorzieningen te treffen.
Het thema van de vrijheid en bevrijding heeft een duidelijk oecumenisch belang. Het behoort namelijk tot het traditionele erfgoed van de kerken en kerkelijke gemeenschappen. Daarom kan dit document het getuigenis en het handelen van alle leerlingen van Christus aanmoedigen, die geroepen zijn op de grote uitdagingen van onze tijd een antwoord te geven.
Het woord van Jezus: 'De waarheid zal u vrijmaken' (Joh. 8, 32), moet elke theologische bezinning en alle pastorale beslissingen op dit gebied verhelderen en begeleiden.
Deze waarheid, welke van God komt, heeft haar middelpunt in Jezus Christus, de Verlosser van de wereld. Van Hem, die 'de weg, de waarheid en het leven' (Joh. 14, 6) is, ontvangt de Kerk hetgeen zij de mensen biedt. Uit het mysterie van het Woord, dat mens is geworden en de wereld verlost, put zij de waarheid over de Vader en over zijn liefde voor ons, en tevens de waarheid over de mens en over zijn vrijheid.
Door zijn kruis en verrijzenis heeft Christus onze verlossing bewerkt, hetgeen een bevrijding is in de volste zin van het woord, omdat Hij ons van het meest radicale kwaad heeft bevrijd, dat wil zeggen van de zonde en de macht van de dood. Wanneer de Kerk, onderwezen door haar Heer, haar gebed opzendt tot de Vader: 'Verlos ons van het kwade', vraagt zij, dat het heilsmysterie met kracht mag werken in ons dagelijks bestaan. Zij weet dat het verlossende kruis werkelijk de bron van het licht en het leven is en het middelpunt van de geschiedenis. De waarheid, die haar brandt in het hart, dringt haar de blijde boodschap ervan te verkondigen en de vruchten ten leven ervan uit te delen door de Sacramenten. Van Christus de Verlosser gaan haar denken en handelen uit, wanneer zij zich tegenover de drama's welke de wereld verscheuren, bezint op de betekenis van de bevrijding en de ware vrijheid en op de wegen daartoe.
De waarheid, om te beginnen met de waarheid over de verlossing, welke de kern van het geloofsmysterie vormt, is dus de wortel en maatstaf van de vrijheid, de grondslag en het richtsnoer van alle bevrijdend handelen.
Ontvankelijkheid voor de volle waarheid is voor het morele geweten van de mens een noodzaak; hij moet haar zoeken en bereid zijn haar te aanvaarden, wanneer zij zich aan hem voordoet.
Overeenkomstig het bevel van Christus de Heer Vgl. Joh. 4, 42 Vgl. 1 Joh. 4, 14 moet de evangelische waarheid aan alle mensen worden gebracht, en dezen hebben er recht op dat ze aan hen wordt voorgesteld. De verkondiging ervan in de kracht van de Geest omvat de volledige eerbiediging van ieders vrijheid en de uitsluiting van elke vorm van dwang en pressie. Vgl. Mt. 28, 18-20 Vgl. Mc. 16, 15
De Heilige Geest brengt de kerk en de leerlingen van Christus Jezus 'tot de volle waarheid' (Joh. 16, 13). Hij leidt de loop der tijden en 'vernieuwt het aanschijn der aarde' (Ps. 104, 30). Hij is aanwezig in de rijping van een meer respectvol bewustzijn van de waardigheid van de menselijke persoon. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Verklaring, Over de godsdienstvrijheid - Het recht van de persoon en van de gemeenschappen op sociale en burgerlijke vrijheid in godsdienstige aangelegenheden, Dignitatis Humanae (7 dec 1965), 10 De Heilige Geest staat aan de oorsprong van de moed, de durf en de heldhaftigheid: 'Waar de Geest des Heren is, daar is vrijheid' (2 Kor. 3, 17).