Joseph Kardinaal Ratzinger - 22 maart 1986
Maar toch blijft de mens door zijn vrijheid meester van zijn daden. De grote en snelle veranderingen van deze tijd plaatsen hem voor een aangrijpende uitdaging: om namelijk met zijn verstand en vrijheid de krachten te bedwingen en te beheersen, die hij ten dienste van waarachtige menselijke doeleinden aanwendt.
De wetenschappelijke activiteiten en technische activiteiten brengen ieder hun specifieke eisen mee. Ze krijgen daarom hun eigenlijke menselijke betekenis en waarde alleen, wanneer ze aan de morele beginselen ondergeschikt worden gemaakt. Deze eisen moeten worden geëerbiedigd; maar ze een absolute en noodzakelijke autonomie te willen toekennen, welke niet overeenkomt met de aard van de dingen, betekent een weg opgaan die gevaarlijk is voor de waarachtige vrijheid van de mens.