
Joseph Kardinaal Ratzinger - 22 maart 1986
LIBERTATIS CONSCIENTIA Over de christelijke vrijheid en bevrijding |
|||
► | Besluit |
Het is werkelijk opmerkelijk dat de geloofszin van de armen, evenals ze tot een scherp besef van het mysterie van het verlossende kruis leidt, ook tot een liefde en onwankelbaar vertrouwen brengt in de moeder van de Zoon van God, die in talrijke heiligdommen wordt vereerd.
De sensus fidei - geloofszin neemt heel de diepte van de bevrijding op, welke door de Verlosser is bewerkt. Deze heeft ons bevrijd van het meest radicale kwaad, van de zonde en van de macht van de dood, door de vrijheid in zichzelf te herstellen en haar haar weg te wijzen. Deze weg wordt getekend door het hoogste gebod, dat het gebod van de liefde is. De bevrijding in haar eerste betekenis, welke de soteriologische is, verruimt zich zo tot een bevrijdende taak, tot een ethische eis. Hier komt de sociale leer van de Kerk aan bod, welke de christelijke praktijk op het vlak van de samenleving verheldert. De christen is geroepen naar de waarheid te handelen Vgl. Joh. 3, 21 en zo te werken aan de invoering van de 'beschaving van de liefde', waarvan Paulus VI sprak. Vgl. H. Paus Paulus VI, Audiƫntie, Aan het einde van het Heilig Jaar (31 dec 1975) Dit document heeft, zonder aanspraak op volledigheid te maken, enkele richtingen aangegeven, waarin het dringend nodig is hervormingen aan te brengen. De taak die voorrang heeft en waarvan het slagen van alle andere afhangt, is van vormende aard. De liefde die de betrokkenheid leidt, moet daarom nieuwe vormen van solidariteit doen ontstaan. Tot deze taken, die zich met alle kracht aan het christelijk geweten opdringen, zijn alle mensen van goede wil geroepen. De werkelijkheid van het heilsmysterie, dat in het heden van de geschiedenis werkzaam is om de verloste mensheid naar de volmaaktheid van het rijk te voeren, geeft aan de noodzakelijke bevrijdingsinspanningen op economisch, sociaal en politiek gebied hun ware betekenis en verhindert, dat ze tot nieuwe vormen van slavernij vervallen.
Tijdens de audiëntie, die de Heilige Vader gaf aan de ondertekenende prefect, heeft hij de Instructie, aangenomen in de gewone vergadering van deze Congregatie voor de Geloofsleer, goedgekeurd en de publicatie verlangd.
Gegeven in Rome, vanuit de Congregatie, 22 maart 1986, op het Hoogfeest van de Aankondiging van de Heer
Joseph Kardinaal Ratzinger,
prefectAlberto Bovone
Titulair Bisschop van Caesarea in Numidia
Secretaris