LIBERTATIS CONSCIENTIAOver de christelijke vrijheid en bevrijding
(Soort document: Congregatie voor de Geloofsleer)
Joseph Kardinaal Ratzinger -
22 maart 1986
De onrechtvaardige ongelijkheden in het bezit en gebruik van de materiële goederen gaan samen met en worden vergroot door de eveneens onrechtvaardige ongelijkheden in de toegang tot de cultuur. Ieder mens heeft recht op cultuur, hetgeen de bijzondere vorm van een werkelijk menselijk bestaan is, waartoe hij toegang krijgt door de ontwikkeling van zijn verstandelijke vermogens, zijn morele deugden, zijn vermogens tot betrekkingen met zijn medemensen, zijn aanleg om nuttige en mooie werken te scheppen. Daaruit vloeit de eis voort het onderwijs te bevorderen en te verbreiden, waarop iedereen een onvervreemdbaar recht heeft. De eerste voorwaarde hiervoor is de opheffing van het analfabetisme. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 60 Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Toespraak, Tot de 'United Nations Educational, Scientific and Cultural Organization' (UNESCO), Parijs, De algehele menselijkheid van de mens komt tot uitdrukking in de cultuur (2 juni 1980), 8
Het onderwijs dat toegang geeft tot de cultuur is ook een vorming tot het verantwoord uitoefenen van de vrijheid. Daarom is een echte omwikkeling alleen maar mogelijk binnen een sociaal en politiek systeem, dat de vrijheden eerbiedigt en deze bevordert door de deelneming van allen. Hun dergelijke deelneming kan verschillende vormen aannemen; ze is noodzakelijk om een rechtmatige verscheidenheid in de instellingen en sociale initiatieven te waarborgen. Zij waarborgt, vooral door de werkelijke deling in de machten van de staat, het uitoefenen van de rechten van de mens en beschermt ze tevens tegen een mogelijk misbruiken van de kant van de overheid. Van deze deelneming aan het sociale en politieke leven mag niemand worden uitgesloten vanwege geslacht, ras, huidskleur, maatschappelijke positie, taal of godsdienst.
Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 29 Mensen aan de zelfkant van het culturele, sociale en politieke leven houden is in vele landen een van de meest schreeuwende onrechtvaardigheden van onze tijd. Wanneer de politieke autoriteiten de uitoefening van de vrijheden regelen, mogen zij geen eisen van openbare orde en veiligheid als voorwendsel gebruiken om deze vrijheden stelselmatig te beperken. Noch het zogenaamde beginsel van de "nationale veiligheid", noch een louter economische of totalitaire opvatting van het sociale leven mogen de overhand hebben op de waarde van de vrijheid en haar rechten.
Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Verklaring, Over de godsdienstvrijheid - Het recht van de persoon en van de gemeenschappen op sociale en burgerlijke vrijheid in godsdienstige aangelegenheden, Dignitatis Humanae (7 dec 1965), 7 Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 75 Vgl. Latijns-Amerika (CELAM), 3de Algemene Vergadering van Latijns-Amerikaanse bisschoppen Puebla (13 feb 1979). 311-314; 317-318; 548
Het geloof is een inspiratie voor beoordelingsnormen, beslissende waarden, denk- en levenswijzen die waarde hebben voor de mensengemeenschap zelf.
Vgl. H. Paus Paulus VI, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de Evangelisatie in de Moderne Wereld, Evangelii Nuntiandi (8 dec 1975), 19 Daarom heeft de Kerk aandacht voor de zorgen van onze tijd, wijst wegen naar een cultuur waarin de arbeid wordt erkend overeenkomstig haar volledige menselijke dimensie en waarin ieder menselijk wezen de mogelijkheden vindt zich als persoon te verwezenlijken. Zij doet dit krachtens haar missionaire openheid voor het algehele heil met eerbiediging van de eigenheid van ieder volk en elk land. De Kerk, een gemeenschap die verscheidenheid en eenheid verbindt, neemt door haar aanwezigheid in heel de wereld uit elke cultuur datgene over, wat zij erin aan positiefs vindt. De inculturatie is echter geen louter uiterlijke aanpassing; het is een innerlijke omvorming van authentieke culturele waarden door opneming in het christendom en het wortel schieten van het christendom in de verschillende menselijke culturen.
Vgl. Bisschoppensynodes, In Gods Woord viert de Kerk de mysteries van Christus voor het heil van de wereld - Eindrapport van de 2e Buitengewone Bisschoppensynode: 20 jaar na de sluiting van het Tweede Vaticaans Concilie, Ecclesia sub Verbo Dei mysteria Christi celebrans pro salute mundi (7 dec 1985). II, D, 4 De scheiding tussen het Evangelie en de cultuur is een drama, waarvan de genoemde problemen de treurige voorbeelden zijn. Daarom is een edelmoedige inspanning voor de evangelisatie van de culturen noodzakelijk. Deze laatste zullen worden vernieuwd door hun ontmoeting met het Evangelie. Maar deze ontmoeting veronderstelt, dat het Evangelie werkelijk wordt verkondigd.
Vgl. H. Paus Paulus VI, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de Evangelisatie in de Moderne Wereld, Evangelii Nuntiandi (8 dec 1975), 20 Onderricht door het
Tweede Vaticaans Concilie wil de Kerk zich er met al haar krachten op toeleggen om een enorm bevrijdingsenthousiasme teweeg te brengen.