H. Paus Johannes Paulus II - 25 januari 1985
Aan het eind van deze eucharistische viering op het feest van de bekering van de heilige Paulus, dat ons bijeen ziet bij het roemrijke zegeteken van de apostel ter afsluiting van de gebedsweek voor de eenheid van de Christenen, dringt zich aan het bewustzijn van ons allen een herinnering op.
Dit jaar valt de twintigste verjaardag van de sluiting van het Tweede Vaticaans Concilie waarvan de eerste aankondiging, zoals wij ons wel herinneren, door mijn voorganger Johannes XXIII, vereerde gedachtenis, werd gedaan juist vanuit deze basiliek en op deze zelfde dag, 25 januari 1959. Vaticanum II blijft de fundamentele gebeurtenis in het leven van de hedendaagse Kerk: fundamenteel wegens de verdieping van de rijkdommen welke haar door Christus werden toevertrouwd en die in haar en door haar het "mysterium salutis" (heilsmysterie), het werk van de verlossing voortzet en aan de mensen meedeelt; fundamenteel wegens het vruchtbare contact met de hedendaagse wereld met het oog op de evangelisatie en de dialoog op alle niveaus en met alle mensen met een rechtschapen geweten. Voor mij - die de bijzondere genade heb gehad eraan deel te nemen en actief mee te werken aan zijn verloop - is Vaticanum II altijd geweest, en is vooral in deze jaren van mijn pontificaat het voortdurende verwijspunt voor heel mijn pastoraal handelen in een bewuste poging de richtlijnen ervan om te zetten in concrete en getrouwe toepassingen op het vlak van elke Kerk en heel de Kerk.