PROPOSITIONES N.A.V. DE 10E BISSCHOPPENSYNODE OVER DE LEKEN
(Soort document: Bisschoppensynodes)
Synodevaders -
30 oktober 1987
DEEL 3 - De christengelovige-leek tegenover de hedendaagse veranderingen
Aanbeveling 20 - De plicht van christengelovigen-leken actief te zijn in de politiek
De politiek is voor de christen-leek de ruimte van groot belang om midden in de wereld te getuigen; daar immers worden beslissingen genomen, die een grote invloed hebben op het heden en op de toekomst van individuen, gemeenschappen en volkeren. Deelnemen aan de politieke activiteit is een dienst aan de gemeenschap zó dat allen, in gerechtigheid en vrede, delen in het algemeen welzijn, en de staatsaangelegenheden in samenhang met het geloof worden behartigd.
Aanbeveling 21 - Politiek in het licht van het Evangelie
Het Evangelie geeft de stoot en draagt het licht aan om op een goede manier aan de politiek deel te nemen. Deze deelname vraagt om een adequate voorbereiding en vorming zó dat de ware, in allerlei situaties verwikkelde, doelstellingen verstaan worden, hoe moet worden opgetreden tegen de verschillende bestuurssystemen en -structuren en hoe in concrete omstandigheden de rechtvaardigheid kan en moet worden bevorderd. Ofschoon de deelname van veel leken met vreugde wordt begroet, merken we bij velen een zekere onwetendheid op, en soms misvattingen tegenover deze activiteit. Vaak valt corruptie en willekeur op bij het bedienen van de rechtvaardigheid zó dat personen met een goed geweten er de voorkeur aan geven zich daar verre van te houden.
Aanbeveling 22 - Wijzen om aan de politiek deel te nemen en de vorming daartoe
Het is nodig dat katholieke leken dit burgerambt uitoefenen, naar gelang van ieders geschiktheid en levensomstandigheden. Door een actieve betrokkenheid, door het gebruik van het stemrecht en door een persoonlijke deelname moeten zij er op alle mogelijke manieren naar streven dat de menselijke en christelijke waarden nadrukkelijk worden erkend en op hun juiste waarde worden geschat.
Maar willen leken dit nobele voornemen actief in de politiek (te gaan) opnemen, dan is het niet genoeg hen aan te sporen, maar moet hun een gepaste vorming in het sociale geweten worden aangeboden, heel bijzonder in de sociale leer van de Kerk, die reflectiebeginselen bevat, beoordelingscriteria en praktische richtlijnen Vgl. Congregatie voor de Geloofsleer, Over de christelijke vrijheid en bevrijding, Libertatis conscientia (22 mrt 1986), 7 en die al in het algemeen catechetisch onderricht en in gespecialiseerde verenigingen alsmede op universiteiten en scholen voorhanden moet zijn. Deze sociale leer van de Kerk is trouwens dynamisch, namelijk aangepast aan de omstandigheden van plaats en tijd. De herders hebben het recht en de plicht ook de morele beginselen inzake de sociale orde voor te houden; alle christengelovigen hebben tot taak zich te beijveren voor de verdediging van de mensenrechten; maar aan leken is het actieve lidmaatschap van politieke partijen voorbehouden. Op de herders rust de plicht vooral die leken te helpen, die vanwege politieke vervolging te lijden hebben.
Aanbeveling 23 - Eis tot, vooral religieuze, vrijheid
Christenen moeten ervoor vechten dat godsdienstvrijheid steeds meer erkend en op nieuw overal ter wereld gevestigd wordt. Want er is in onze dagen een reusachtig aantal mannen en vrouwen, die zich niet vrijwillig publiek kunnen verenigen en niet publiek kunnen getuigen van hun geloofsleven door te luisteren naar de Blijde Boodschap van Christus en door deze bekend te maken. Tegelijk met dit recht moet ook het recht op vereniging erkend worden alsmede het recht om aan kinderen en jongvolwassenen een godsdienstige opvoeding te geven.
Op dezelfde manier verklaart deze Bisschoppensynode dat iedere mens politiek vrij moet zijn alsook dat iedere mens het recht heeft opgevoed te worden en te gaan naar welke graad school ook, welk beroep dan ook te kiezen, met inbegrip van vakbondswerk en van politieke, sociale en pedagogische bemoeienis. Dit soort activiteiten en beroepen kan geen enkele uitzondering of nadeel van godsdienstige en etnische aard verdragen. Om die reden verwerpt deze Synode 'apartheid' van godsdienstige en etnische aard totaal.
Aanbeveling 24 - Verscheidene rechten en plichten van de mensen
Steeds meer moet het leven en de waardigheid van iedere menselijke persoon bevorderd en verdedigd worden tegen verderfelijke gebruiken, die in zeer veel naties gezinnen en jongeren schade berokkenen. Daaronder moeten worden genoemd: vruchtafdrijving, vrijwillige sterilisatie, manipulatie met de ongeboren vrucht, buitenissig gebruik van en handel in verdovende middelen, laksheid van zeden enz.
Arbeid is een fundamenteel recht en een fundamentele plicht van alle mannen en vrouwen. Wettig en zelfs noodzakelijk zijn werknemersverenigingen ter verdediging van eigen rechten en ter bevordering van het sociale en culturele welzijn, die een menselijker leven kunnen bewerkstelligen en tot een hoger welzijn kunnen opvoeren. Door een gelovige christen moet de arbeid worden gedaan in de geest van gehoorzaamheid aan de opdracht van God, de Schepper ('beheerst de aarde en onderwerpt haar') en in innige verbondenheid met Christus om door zijn arbeid niet alleen zichzelf en zijn gezin te onderhouden, maar ook zichzelf te vervolmaken en te heiligen. Heel bijzonder moet aan ieder arm gezin, als het een landbouwersgezin is, bewerkbare grond worden gegund, die het blijvend kan bewerken.
Aanbeveling 25 - Activiteit op economisch gebied
De economie ontwikkelt zich zowel binnen de afzonderlijke naties als in de hele wereld op dit moment zó dat zij voortdurend aan hervorming onderhevig is. Het is eerlijke en deskundige gelovige leken eigen, dat zij, vervuld van de evangelische geest, hun bijdrage leveren aan deze problemen zó dat de gerechtigheid op een authentieke en doeltreffende manier wordt bevorderd, ook, indien nodig, door structuurveranderingen. In deze context moet een oplossing worden gezocht voor het zware hedendaagse probleem van de buitenlandse schuld van de arme of economisch minder gevorderde naties; om dit doel te bereiken moet worden teruggegrepen op de beginselen van solidariteit en billijkheid, ontvouwd in het document van de
Pauselijke Raad 'Justitia et Pax'.
Aanbeveling 26 - Bevordering van de vrede en deelname van gelovige leken daaraan
Vrede dient zich aan als de grote waarde van de menselijkheid. Christenen moeten omwille van de evangelische eisen - Christus is onze vrede
Vgl. Ef. 2, 14
- bouwers zijn van die vrede, die inderdaad atbangt van een vernieuwing van de gerechtigheid en van een gepast ontzag voor de rechten van alle mensen. Op z'n minst moet de onafgebroken groei van de bewapening met het oog op de handhaving van macht en heerschappij van sommige naties over andere worden afgewezen alsmede de toevlucht tot oorlogen en terroristische acties ter beslechting van geschillen tussen naties en partijen.
Door Christenen moeten de beginselen, praktijk en strategie van geweldloosheid systematisch worden ontwikkeld, na ze kritisch te hebben uitgeplozen. Op zo'n manier kunnen en moeten Christenen laten zien dat geweldloosheid geen zuiver utopische methode is om ongerechtigheden en gewelddadigheden uit de weg te ruimen en een rechtvaardige sociale en internationale orde te herstellen.
Zó treedt beter de deelname van Christengelovigen aan de internationale gemeenschap aan het licht. In deze context wordt beslist over het lot van de vrede en van de mensenrechten en worden aanzetten voor herstel van een rechtvaardige internationale orde zowel op juridisch als op economisch gebied ontwikkeld. Gelovige leken moeten daartoe het licht van het Evangelie aandragen.
Aanbeveling 27 - Gebruik van de rijkdom en delen in de goederen
De christelijke opvatting over gebruik van rijkdom en het samen delen in de goederen tussen alle mensen is gegrondvest op de scheppingsorde zelf en vooral op de navolging van Christus, die voert tot een geest van armoede alsmede tot een daadwerkelijke liefde voor de naasten en tot een evangelische voorkeursoptie voor de armen. Deze liefde zet aan tot het openen van alternatieve wegen tegenover de hedendaagse materialistische systemen zó dat met name alle armen kunnen delen in het werk om een betere wereld tot stand te brengen en ook om volledig en waardig de vruchten van hun eigen arbeid te kunnen plukken.
Aanbeveling 28 - Zorg van de herders voor christengelovigen-leken, betrokken in de politiek
De herders van de Kerk moeten de pastorale zorg voor gelovige leken, die op politiek, economisch en sociaal terrein werkzaam zijn, verhevigen. Christenen, die op deze terreinen werkzaam zijn, moeten voor ogen houden dat het nodig is een helder getuigenis van christelijk leven te geven, vooral waar het gaat om een rechtvaardige gang van zaken en om de samenhang met de geloofsbeginselen en met de christelijke visie op wereld en mensen. Bijzonder moeten zij zich toeleggen op de bevordering van de waardigheid van de menselijke persoon, op de realisering van het algemeen welzijn en op het doen overeenstemmen van de sociale, economische en juridische structuren met het goddelijke plan en met de goddelijke wet. Zij moeten ook in gedachte houden, dat waarheid en gerechtigheid de voorkeur hebben boven doelmatigheid en macht, terwijl ze voor ogen houden dat niemand gelovige kan zijn zonder te delen in het Kruismysterie.
Aanbeveling 29 - Missionaire evangelisatie
Iedere christen is geroepen het Evangelie te verkondigen. De Kerk moet het besef van deze roeping ondersteunen in alle rangen en met het oog op dat besef vooral voorbereidingen treffen door middel van vormingsprogramma's en activiteiten voor het deelnemen aan de missiewerken.
Twee duizend jaar na Christus' geboorte verkeert het merendeel der mensheid nog in de situatie van dat Hij nog voor het eerst moet komen. Dit daagt alle christenen uit als bodes van het evangelie: Christus de Heer is het licht van alle mensen.
Overal heeft de christengelovige deel aan de zending van de Kerk het evangelie te verkondigen, een zending, die in de missiegebieden volbracht is door de gemeenschap van gebed en bijstand. De zogenaamde jonge Kerken hebben de kracht nodig van de oude, zoals ook zij op haar beurt het getuigenis en de impuls van de jonge nodig hebben zó dat de afzonderlijke Kerken putten uit de rijkdom van andere Kerken. Een speciale aanbeveling gaat uit naar de Commissie voor Pauselijke Missiewerken en naar andere organisaties, die de lekenmissionarissen voorbereiden en ondersteunen.
Aanbeveling 30 - De missionaire kracht van het getuigenis
Iedere christengelovige probeert door zijn getuigenis het evangelie van Jezus Christus te doen kennen en zó de mensen in de Kerk in te lijven. Verdeeldheid onder de christenen richt barrières op tegen de evangelisatie. Christengelovigen-leken moeten samen met de herders door gebeden en daden de christelijke eenheid bevorderen met het oog op een volledig herstel van de 'communie' onder allen, die de naam van Christus belijden.
In dat getuigenis zit de ijver opgesloten voor de handhaving van gerechtigheid en vrede en voor de bevestiging van de menselijke vooruitgang als integraal onderdeel van de evangelisatie. Heel bijzonder daar, waar armoede, onrechtvaardigheid en verdrukking welig tieren, bereiden de christengelovigen de komst voor van het Rijk, in zoverre zij de sociale orde meer en meer rechtvaardig maken.
Aanbeveling 30bis - Het getuigenis onder aanhangers van andere godsdiensten
Overal op de wereld leeft de Kerk tegenwoordig midden tussen volken van diverse geloofsovertuigingen. Sommige daarvan hebben een grote invloed op haar volgelingen. Alle gelovigen, heel bijzonder de leken, die leven midden onder volkeren met andere godsdiensten, hetzij die volkeren die verblijven in hun geboortestreek hetzij zij die uitgeweken zijn, moeten voor allen een teken zijn van de Heer en Zijn Kerk op een manier, die past bij de levensomstandigheden en bij iedere plaats. De dialoog tussen de godsdiensten speelt een vooraanstaande rol, omdat hij voert tot liefde en wederzijds respect, omdat hij de vooroordelen onder de aanhangers van de diverse religies wegneemt of minstens kleiner maakt en de eenheid en vriendschap onder de volkeren vergroot.
De Synode brengt de leken-christenen dank voor alles, wat zij hebben bijgedragen tot de evangelisering van de wereld en daaraan nog bijdragen.
Aanbeveling 31- De concrete oecumenische praktijk
Het werken voor de gerechtigheid en voor de mensenrechten wordt niet alleen gesterkt door het eendrachtig handelen en getuigen van alle christenen, maar draagt ook bij tot versterking van de eenheid der christenen. Oecumenisme is niet alleen maar een zaak van academische zorg; het wordt levende realiteit telkens als het zaken aanroert, die in het leven van het gewone volk echte bezorgdheid oproepen, bijv. als christenen samen vechten tegen het kwaad van de armoede, gebrek aan werk, slechte behuizing, onrechtvaardige arbeidssituatie van mannen en vrouwen. Dit zijn de zaken, waarin het goede nieuws van het evangelie voor de meesten vandaag reëel wordt.
Aanbeveling 32 - Christengelovigen-leken, die vervolgd worden
De
Synode acht het haar plicht heel bijzonder die leken te danken, die ondanks een beperkte vrijheid leven als onvermoeibare geloofsgetuigen in trouwe eenheid met de Apostolische Stoel, ofschoon zij niet over gewijde bedienaren beschikken. Zij zetten alles, zelfs hun leven, op het spel.
Op deze manier leggen leken getuigenis af van een wezenlijke eigenschap van de Kerk: Gods Kerk ontstaat uit Gods genade, wat op een uitmuntende manier tot uitdrukking komt in het martelaarschap.
De Synode vraagt iedereen in de Kerk om aan de 'communio' met deze broeders uiting te geven, toch zeker door gebed en naar vermogen ook met materiële middelen.
Aanbeveling 33 - De christengelovige-Ieek en de cultuur
Het algemeen welzijn van ieder volk is zijn cultuur, die de waarachtige uitdrukking en proeve is van zijn vrijheid en waardigheid, en die zijn autonomie bekrachtigt. Vandaar dat de mens alleen begrepen kan worden in zijn eigen menselijke gemeenschap, dat is zijn natie.
Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Homilie, Op het Plein van de Overwinning in Warschau, Men kan Christus niet buiten de geschiedenis van de mens sluiten (2 juni 1979)
Anderzijds omvat het christelijke geloof de hele menselijke persoon en diens leven. Dus drukt het christelijke geloofsleven zich uit in en verwezenlijkt het zich door middel van een bepaalde cultuur.
De christen-leek moet de geloofsrijkdom in zijn eigen cultuur beleven en betuigen, anders zou hij, als was hij een vreemde, onder de medeburgers van zijn streek verblijven met nadeel voor het geloof zelf, dat uit zichzelf vraagt om incarnatie.
Het christendom is niet een opeenstapeling van louter abstracte ideeën. De verlossing door Christus, gerealiseerd krachtens Gods wil, is in een cultuur helemaal bepaald. Dit moet niet gezien worden als iets bijkomstigs. De verlossing van Christus wordt noodzakelijk verbonden met die cultuur en zal zó voor altijd blijven.
Aanbeveling 34 - Inculturatie
Vooral vier beginselen zijn het, die deze christelijke inculturatie beheersen, namelijk:
- het christologische: het mysterie van de Menswording van het Woord;
- het liturgische: de samenspraak van de mens met God, wat zich op communautaire manier uit in eigen symbolen en tekenen;
- het antropologische: herziening, eventuele zuivering en verheffing van de specifieke waarden van de volkeren Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 57-58 en
- het socio-politieke: aandacht voor de diverse culturen.
Er is het dynamisme van Pasen, van dood en verrijzenis, voor iedere cultuur, waardoor de Kerk en ook het hele mensengeslacht rijker kan worden. Het is dus nodig dat in de gedoopten een kritische zin wordt opgewekt om het zaad van leven en dood, dat in de wereld verborgen ligt, van elkaar te scheiden.
Een evangelisatie, die niet het hart van de cultuur zou raken, zou louter oppervlakkig en leeg zijn; want geloof, dat niet een cultuur zou doordringen, zou geen ten volle aanvaard, geen juist begrepen en in het leven opgenomen geloof zijn. H. Paus Johannes Paulus II, Toespraak, Brussel (20 mei 1985)
Aanbeveling 35 - Invloed van het secularisme op de christellijke cultuur
Een doorlopende en op de actualiteit gerichte grondige bestudering van de tekenen des tijds
Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 4 laat het groeiende conflict zien tussen de activiteit van een nieuwe evangelisatie en de beweging van het secularisme in de huidige wereld.
2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 36 Maar dit secularisme houdt de ernstige verleiding in tot ofwel de ontkenning van de cultuur van een volk (d.i. 'desculturalisatie') ofwel tot het vergeten van haar 'historisch geheugen', door: a) 'totalitaire' ideologieën of een monopolie van ideeën en b) door een consumptie-mentaliteit, welke door sommige economische systemen wordt opgeroepen en door de communicatie-media wordt verbreid.
Tot de evangelisatie-taken moet de culturele verheffing van de volkeren worden gerekend door hen in te lichten over een juiste inschatting van de eigen traditie-waarden en een waarachtige voortgang in vrijheid en waardigheid; of ook de bescherming van het fysieke leven, zowel in haar beginstadium als in het verloop en de natuurlijke afloop daarvan. Men kan dus niet voorbijgaan aan de problemen, die horen bij de bescherming van een ongerepte natuur.
'De historische herinnering aan Christus', die men door de evangelisatie heeft, brengt met zich mee en leidt tot een integrale ontwikkeling van de mens in zijn cultuur. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 22 H. Paus Paulus VI, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de Evangelisatie in de Moderne Wereld, Evangelii Nuntiandi (8 dec 1975), 21
Aanbeveling 36 - Nieuwe technologische cultuur
De christengelovigen moeten hun verantwoordelijkheden als meesters van wetenschap en technologie uitoefenen, niet als haar slaven. De gaven van allen moeten worden gebundeld ter bevestiging van wat in de moderne cultuur de menselijke waardigheid bevordert, en om weerstand te bieden aan dat, waardoor die menselijke waardigheid aan gevaren wordt blootgesteld.
Om dit gewichtige doel te bereiken moeten gelovige katholieken worden aangevuurd om met andere christenen, met mensen van andere godsdiensten en met alle mensen van goede wil samen te werken om de huidige cultuur in dienst te laten staan van het leven en van het algemeen welzijn.
In het perspectief van die morele inspanningen ('uitdagingen'), die door de nieuwe en reusachtige technologische kracht zullen worden opgeroepen, en die niet alleen de fundamentele mensenrechten, maar ook het biologische wezen van de menselijke soort zelf op het spel zullen zetten, wordt dit van het allergrootste belang: dat de christenen-leken - met behulp van de hele Kerk - zich toeleggen op de zware taak de cultuur weer te doen terugkeren naar de beginselen van een authentieke menselijkheid zó dat de bevordering en bescherming van de mensenrechten in haar diepste wezen een dynamisch en veilig fundament kunnen vinden; dat wezen namelijk, dat de evangelische verkondiging aan de mensen heeft geopenbaard.
Aanbeveling 37 - Culturele invloed van de sociale communicatiemedia
Opnieuw moet in die universele cultuur, die door de sociale communicatiemedia is verbreid, de grote invloed ten goede en ten kwade worden onderzocht. De invloed van de sociale communicatie in de cultuur is van het allergrootste belang.
Alle christengelovigen moeten gevoel hebben voor deze invloed en zij moeten constructieve normen opstellen voor het gebruik van de communicatiemedia zowel individueel als in gezinsverband om de verderfelijke gevolgen te ontgaan en te corrigeren en om de positieve inspanningen te bekrachtigen.
Christengelovigen kunnen bij alle inspanning voor de communicatie een grote dienst bewijzen aan het algemeen welzijn en aan het Rijk van God door authentieke morele waarden te bevorderen en hun bijdrage te leveren aan een rechtvaardige samenleving. Katholieke opvoedingsinstituten moeten dus, indien mogelijk, cursussen over de sociale communicatie aanbieden, ook met een vorming in de ethische beginselen en in de authentieke leer.
Omdat de invloed van de communicatiemedia wereldomvattend is, moeten de christengelovigen die middelen gebruiken bij de verkondiging van het Evangelie van Christus.
Aanbeveling 38 - Volksreligiositeit
Weliswaar moet de volksreligiositeit steeds gezuiverd worden van elementen, die niet stroken met het geloof, maar zij bezit een grote culturele en spirituele waarde, met name een religieuze visie.
De culturele en spirituele waarde, die een beproefde volksreligiositeit in zich heeft, moet worden uitgedragen; volksreligiositeit, die de grondslag biedt voor volwassener geloof en ook voor een stevigere menselijk-culturele idenditeit.
Aanbeveling 39 - Activiteit van de sekten
In diverse streken van de wereld tieren de sekten, wier activiteit soms echte manipulatie meebrengt, welig ten nadele van zowel het geloof als van de cultuur zelf. Krachtig wijzen wij dat soort activiteit af en bevestigen wij, dat de gelovigen met behulp van de catechese bewust worden gemaakt om verantwoording af te kunnen leggen van hun eigen geloof. Om deze doelstelling te bereiken moet de bestendige traditie van de Kerk inzake het sacramentele leven, moeten de echte kennis en uitleg van de Heilige Schrift, de levende deelname in kleine gemeenschappen, moeten de actieve evangelisatie alsmede een authentieke devotie tot de Heilige Maagd Maria en de Heiligen worden ondersteund.
Aanbeveling 40 - Belang van de vorming van gelovige leken
Om hun roeping in de Kerk grondiger te leren kennen en om hun zending in de wereld op een goede manier te vervullen hebben gelovigen een passende vorming nodig. De vorming tot christen, die stevig gefundeerd is op de door het Leergezag van de Katholieke Kerk trouw voorgehouden geloofsleer, brengt een onafgebroken proces van persoonlijke geloofsrijping met zich mee en gelijkvormigheid met Christus, volgens de wil van de Vader, onder leiding van de Heilige Geest.
Daarom moet men zijn best doen:
- om het bewustzijn van gedoopt en gevormd te zijn te verlevendigen en ook de deelname aan de Eucharistie, die de grondslag en het hoogtepunt van het christelijke leven is om met toeleg de zonde te vermijden en de staat van genade te behouden;
- om met grotere oplettendheid bedacht te zijn op het werken van de Geest van God;
- om de activiteiten op de diverse terreinen van het dagelijkse leven te sturen volgens de liefde van Christus.
De vorming van leken-gelovigen moet onder de prioriteiten van het bisdom vallen en moet een plaats krijgen in het pastorale actieplan zó dat met het oog daarop de inspanningen van de hele gemeenschap van priesters, leken en religieuzen samenkomen. Dit soort vorming maakt de ware aard van de kerkelijke 'communio' zichtbaar. De specifieke instituten voor deze vorming van leken kunnen worden begunstigd. Priesters en kandidaten voor de heilige wijdingen moeten er zorgvuldig op worden voorbereid, dat zij geschikt gemaakt worden om de roeping en zending van leken te steunen. Alle leken moeten, omdat zij medeverantwoordelijk zijn voor de bevordering van het kerkelijke leven, elkaar, ook in het besef van een tekort aan gewijde bedienaren, helpen om ieder voor zich de eigen roeping te vinden en ten uitvoer te brengen.
Aanbeveling 41 - Vormingsplaatsen en -middelen
De voornaamste vormingsplaatsen zijn:
- het gezin als huiskerk en een fundamentele school voor het geloof;
- de parochie door de verkondiging en catechetische activiteiten, die het geloof opbouwen, door liturgische vieringen, bovenal van de sacramenten, die het leven van Christus meedelen en aan de zin voor de Kerk vorm geven, door apostolaatsorganisaties en werken van liefdadigheid, en door kleine kerkelijke gemeenschappen;
- de katholieke scholen en Universiteiten en de zogeheten Centra voor geestelijke vernieuwing als onovertroffen plaatsen voor vorming;
- de verenigingen en bewegingen met ieder de haar eigen methoden, die aan de uiteenlopende behoeften van de mensen moeten worden aangepast.
Aan iedereen, heel bijzonder aan de armen, die ook een bron van vorming voor iedereen kunnen zijn, moeten de mogelijkheden tot vorming worden aangeboden; voor die vorming moeten geschikte middelen worden aangewend, die eenieder helpen bij de volledige vervulling van zijn menselijke en christelijke roeping.
Van groot belang zijn de katholieke sociale communicatiemedia en religieuze boeken als bronnen voor een voortdurende vorming en voor een volwassen katholieke opvoeding.
Vorming moet worden begrepen en ontwikkeld als een continue beweging van wederkerige communicatie tussen de menselijke ervaring van leken en het luisteren naar Gods Woord zó dat een nauwe band tussen geloof en leven tot stand wordt gebracht.
Aanbeveling 42 - Aandacht voor de plaatselijke cultuur
Vorming van christenen zal in hoge mate rekening moeten houden met de plaatselijke cultuur van mensen, die aan de vorming als zodanig een bijdrage levert, en zal helpen om de waarden te onderscheiden, die zowel in de traditie zijn gelegen als in de moderne levensomstandigheden worden aangereikt. Aandacht verdienen de diverse culturen, die tegelijk onder één en hetzelfde volk of natie kunnen bestaan. De Kerk, Moeder en Leermeesters van de volkeren, spant zich in om, in voorkomende gevallen, de cultuur van een minder talrijk volk, dat in een grote natie bestaat, veilig te stellen.
Aanbeveling 43 - Vorming van bijzonder deskundige mensen
Speciale aandacht dient geschonken te worden aan de vorming van intellectuelen, van hen namelijk die zich toeleggen op filosofische, economische, wetenschappelijke enz. studies en die grote invloed hebben op het hele sociale leven. Zij moeten worden onderwezen over de noodzaak zich voortdurend tot Christus te bekeren, over de zuivering van hun intenties en over het streven naar het algemeen welzijn. ZÓ dat zij hun leven en hun activiteit richten op een edelmoedige dienstbaarheid aan de naaste.
Aanbeveling 44 - Katholieke scholen en universiteiten
Met de allergrootste zorg moet de opvoeding op scholen en universiteiten worden gekoesterd. Uit zichzelf draagt de school meerdere waarden aan voor de vorming van de mens naar binnen toe. Maar vandaag de dag zijn er meer en moeilijkere problemen rond de school vanwege sociale en politieke aspecten, die door de pastorale werkers niet moeten worden veronachtzaamd. In de huidige grote overgangssituatie van de cultuur moeten in de Kerk heel bijzonder de bevordering van roepingen voor het educatieve werk èn de actieve participatie van de ouders in het schoolleven èn de vorming van een echte educatieve gemeenschap (tussen ouders, priesters, docenten, religieuzen, leken en vertegenwoordigers van de jongeren) worden gestimuleerd. Methodisch moet de school tot ontwikkeling worden gebracht en verdedigd. Wij sporen derhalve de leken aan om te zoeken naar het uitwerken van geschikte burgerlijke wetten, die een echte vrijheid van opvoeding in dienen te houden en te handhaven. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Verklaring, Over de Christelijke opvoeding, Gravissimum Educationis (28 okt 1965) Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 797-798
Deze Synode roept op tot een profetisch functioneren van katholieke scholen en universiteiten, en prijst, omwille van hun toewijding leermeesters en docenten, nu voor het merendeel leken, zó dat de instellingen voor een katholieke opvoeding mannen en vrouwen kunnen vormen, in wie het Nieuwe Gebod geïncarneerd is. De gelijktijdige aanwezigheid van priesters en leken alsmede van mannelijke en vrouwelijke religieuzen, biedt een levendig beeld van de Kerk aan de leerlingen, en maakt de kennis van haar rijkdom gemakkelijker. Vgl. Congregatie Katholieke Vorming (seminaries en universiteiten), De lekenopvoeder, geloofsgetuige op scholen (15 okt 1982)
Aanbeveling 45 - Opvoeders en instellingen moeten geholpen worden
Evenzo wenst de
Synode aandacht te schenken aan alle katholieken, die een educatieve functie vervullen op scholen en instellingen en die doortrokken zijn van een de burger en de christen passende geest. Professoren en docenten bij universiteiten en scholen, katholiek of niet, moeten getuigen van het evangelie zijn op grond van een voorbeeldig leven, van een juiste beroepshouding, van een christelijke inspiratie in hun leraarschap, zij het dan altijd, zoals duidelijk is, met behoud van een wetenschappelijke autonomie in hun wetenschap.
De Kerk hecht veel belang aan de activiteiten van christenen op katholieke zowel als andere universiteiten zó dat een beter aangepast wetenschappelijk onderzoek op gang komt en een nauwe verbinding tussen geloof en wetenschap voor de christengelovige leek gemakkelijker wordt gemaakt.
Op heel de gemeenschap van gelovige christenen rust de verantwoordelijkheid om gemeenschappelijk de economische middelen bijeen te brengen, zodat de opleidings- en vormingsinstellingen over voldoende middelen beschikken voor haar onderhoud ten gunste van de gemeenschap als zodanig.
Aanbeveling 46 - Eigen waardigheid van de vrouwen
In het voetspoor van Paus Johannes XXIII, die in het vrouwelijk bewustzijn van haar eigen waardigheid en in haar intrede in het openbare leven een teken voor onze tijd zag
Vgl. H. Paus Johannes XXIII, Encycliek, Vrede op aarde, Pacem in Terris (11 apr 1963), 19, beveelt de Synode het volgende aan:
- De Kerk moet alle gaven van vrouwen en mannen ten behoeve van haar leven en zending erkennen, en die gaven in praktijk brengen.
- De Kerk moet, als uitdrukking van haar zending, krachtig ingaan tegen alle vormen van discriminatie en misbruik van vrouwen.
- De Synode wil voor iedere christen de urgente noodzaak bevestigen, dat hij de boodschap van hoop, die vervat ligt in de relatie van de man tot de vrouw, moet beleven en verkondigen. Het huwelijkssacrament, dat deze relatie heiligt in de vorm van hun echtelijke relatie en dat deze relatie uitlegt als een teken van de relatie van Christus tot Zijn Kerk, houdt een hoogst belangrijke leer voor het leven van de Kerk in, die namelijk door middel van de Kerk door moet dringen tot de hedendaagse wereld; al die relaties moeten met die geest worden doordrenkt. De Kerk moet vollediger van deze rijkdom gebruik maken.
Aanbeveling 47 - Concrete wensen met het oog op de erkenning van de waardigheid van de vrouw
Deze Synode spreekt hardop uit dat de Kerk de erkenning en benutting van al deze gaven, ervaringen en bekwaamheden van mannen en vrouwen vereist, wil haar zending doeltreffend worden. Vgl. Congregatie voor de Geloofsleer, Over de christelijke vrijheid en bevrijding, Libertatis conscientia (22 mrt 1986), 72
Hieruit vloeien deze wensen voort:
- De anthropologische en theologische grondslagen voor de oplossing van de problemen met betrekking tot de ware betekenis en de waardigheid van beide seksen behoeven diepgaandere studies.
- De huwelijkstheologie moet meer worden ontplooid en het huwelijksleven moet beter begrepen worden in het licht van de intieme liefdesband tussen Christus en de Kerk. Het huwelijk is toch de grondslag voor het gezin, waarvan het toekomstig lot van de Kerk en van de volkeren afhankelijk is.
- In het spraakgebruik moeten alle woorden, waarmee vrouwen ten onrechte worden gediscrimineerd, worden vermeden.
- De waardigheid van de vrouw, die in de publieke achting ernstig beschadigd is, moet in ere worden hersteld door een effectief onderhouden van de rechten van de menselijke persoon en door de in praktijk gebrachte leer van de Kerk.
- In het kerkelijke leven moeten vrouwen zonder onderscheid ook delen bij het inwinnen van advies en bij het vinden van juiste beslissingen.
- Vrouwen, die al zo'n belangrijk aandeel hebben in de geloofsoverdracht en in allerlei soort dienstverlening in het leven van de Kerk, moeten betrokken worden bij de voorbereiding van pastorale documenten en missionaire initiatieven en zij moeten erkend worden als medewerksters aan de zending van de Kerk in gezin, beroep en burgerlijke samenleving.
- Respectievelijk moeten de waardering van de maagdelijkheid en de eerbied voor het moederschap in ere worden hersteld. In dankbaarheid erkent de Synode de inspanning van vrouwen bij het ondersteunen van roepingen tot het priesterschap en religieuze leven. Zij is de actieve of contemplatieve vrouwelijke religieuzen dankbaar en biedt haar bijzondere steun aan; en zij bevestigt dat, wat zij aan de Kerk zelf bijdragen, van onschatbare waarde is.
- Maria, Moeder van Jezus en Moeder van de Kerk, is het levend voorbeeld voor alle christengelovigen, vooral echter voor vrouwen.
Aanbeveling 48 - Waarde van het gezin
De activiteit van de christengelovigen-leken voltrekt zich grotendeels in en door het gezin. Door de kracht van het huwelijks sacrament heeft het christelijke gezin als huiskerk deel aan het leven en de zending van de Kerk. Maar de uiterste noodsituatie van veel gezinnen kan de toegang tot die relaties binnen een gezin, die er moeten zijn en die heel het christelijke leven moeten doortrekken, verduisteren.
Zoals een vroegere Synode 'Over het gezin', zó spoort deze Synode iedereen aan alles in het werk te stellen om in de gezinnen een dieper besef van hun eigen actieve en verantwoordelijke opdracht tot stand te brengen.
Levend ingevoegd in de kerkgemeenschap is het gezin de eerste, oorspronkelijke en onvervangbare school voor de heiligheid van de christen, die tot uitdrukking komt in het getuigenis van het leven en in de dienst aan Kerk en samenleving, bovenal door de waarden van liefde, trouw, 'communio', eerbied voor het leven en voor de solidariteit te bevorderen.
Zó is te begrijpen hoe het huwelijkssacrament aan echtelieden de grote kracht schenkt om de situaties van het huwelijksleven te evangeliseren. De authentieke heiligheid, die voor een gezin mogelijk is, vanwege de duurzame aanwezigheid van Christus, welke is toegezegd bij het ontvangen van het huwelijkssacrament, moet door gebed worden ondersteund en moet vandaag de dag door een bijzondere edelmoedigheid getoond worden. In het bijzonder moet de wederzijdse, ook seksuele, liefde van de echtgenoten zó als constitutief element van de echtelijke spiritualiteit aan het licht komen, dat men de leer van de Kerk over de voortplanting, over het dankbaar in ontvangst nemen van nieuw leven en over de opvoeding van de kinderen, begrijpt.
Aanbeveling 49 - Huidige gezinsproblemen
In diverse werelddelen valt het verschijnsel van het willekeurig terugbrengen van het kindertal op, ook in christelijke gezinnen, die toch geen gebrek lijden. Te prijzen zijn die gezinnen, die bereid zijn meerdere zonen en dochters aan God en aan de Kerk te geven. De waarde van het thuiswerk van vrouwen moet worden erkend en problemen en obstakels, waaronder huismoeders lijden, die het grootste deel van haar tijd wensen te wijden aan de kinderen, moeten uit de weg worden geruimd.
Wij erkennen de ernstige financiële, sociale en ook politieke druk, waaraan ouders omwille van de verwekking van kinderen, zowel in arme als in rijke samenlevingen, onderhevig zijn. Wij steunen de ouders, die blijmoedig het nieuwe leven omhelzen en in ieder kind een gave van God herkennen. Bovendien danken wij die ouders, die openlijk roepingen tot het priesterschap en het religieuze leven in hun kinderen aanmoedigen.
Aanbeveling 50 - Pastorale hulp aan gezinnen
In de voorbereiding op het huwelijk en in de pastorale activiteit voor jonge echtgenoten is de verbreiding van de leer in de Encycliek
H. Paus Paulus VI - Encycliek
Humanae Vitae
Het menselijk leven en geboorteregelingen
(25 juli 1968) en de Apostolische Adhortatie
H. Paus Johannes Paulus II - Postsynodale Apostolische Exhortatie
Familiaris Consortio
Over de taken van het christelijk gezin in de wereld van deze tijd
(22 november 1981) van belang zodat de echtgenoten een antwoord kunnen geven aan hen, die een materialistische en consumptie-mentaliteit in huwelijksleven en levensoverdracht verbreiden.
Het aantal gezinnen, waarin vandaag de dag het ontbreken van de verschuldigde eenheid een goede vervulling van de opdrachten, die hun toekomen, tegenhoudt, dwingt ons dagelijks tot grote inspanningen bij de huwelijksvoorbereiding, terwijl hierin de echtgenoten een leeuwenaandeel op zich nemen.
De Synode dringt er ook op aan dat gezinnen en christelijke gemeenschappen bijzonder welwillend staan tegenover personen en categorieën van personen, die zich in zogeheten moeilijke omstandigheden bevinden. Nooit mogen zij zich door ons in de steek gelaten voelen.
De roeping van het gezin moet steeds onder twee, nauw met elkaar verbonden aspecten, worden voorgesteld, namelijk dat van de in liefde en gebed verenigde gemeenschap en van tegelijk naar heel de menselijke samenleving openstaande gemeenschap. Bij het spreken over het gezin vergeet de Synode niet hen, die - om diverse redenen - niet in gezinsverband kunnen leven en vooral als kind of jonge mens verlaten ronddolen op de weg en aan extreme gevaren worden blootgesteld. Hen moet de Kerk met een bijzondere zorg omringen.
Anderzijds nodigt de Synode hen, die op zichzelf leven, uit om zich in het gezin van de Kerk helemaal thuis te voelen en actief aan haar zending deel te nemen.
Aanbeveling 51 - Jonge mensen zijn van belang
Jonge mensen en kinderen moeten niet alleen beoordeeld worden als objecten van kerkelijke zorg. Zij zijn ook voorvechters van de evangelisatie en sociale hervorming, en zij moeten worden aangemaand om zó te zijn.
Vaak vormen de jonge mensen de helft van heel het Volk Gods. Zij zijn een zeer rijke en unieke werkelijkheid. Hun gevoeligheid doorschouwt waarden als daar zijn: gerechtigheid, geweldloosheid, vrede. Hun hart staat open naar broederschap, vriendschap en solidariteit. Zij worden het sterkst gemobiliseerd door zaken, die de kwaliteit van het leven en het natuurbehoud raken. Maar zij voelen zich ook bezwaard door onrust, bedrog, angst en schroom voor de wereld en ook verleidingen, die hun staat eigen zijn. Onder de beoefening van deugden moet hen bijzonder de eerbied voor de waardigheid van iedere persoon, de naastenliefde, werken van gerechtigheid, een gebedshouding en de liefde voor de zuiverheid worden voorgehouden.
Jongeren hebben veel te zeggen, waar iedereen met vrucht naar kan luisteren. Zó kan een dialoog tussen de generaties tot stand worden gebracht, die heel nuttig is voor Kerk en burgerlijke samenleving.
Aanbeveling 52 - Pastorale prioriteit tegenover jongeren
Vanwege de onzekerheden van het leven, die ontstaan zijn uit een onbestendig thuis, gebrek aan hoop op werk in de toekomst, angst voor een nucleaire ramp enz., willen in veel landen jongeren zich vaak niet meer een leven lang toewijden, bijv. in het huwelijk, in de heilige wijdingen, in het religieuze leven. Maar velen, die edelmoedig zijn in hun dienst aan de behoeftigen, missen het geloof. Alle christengelovigen moeten er zich op toeleggen aan jongeren het mystieke gelaat van de Kerk te laten zien en hen op deze manier brengen tot een diepzinniger leven, waarin zij Christus in hun broeders en in hun eigen levensomstandigheden herkennen.
De Kerk heeft veel aan jongeren te zeggen. Zij zal hun de gestorven en opgestane Jezus Christus openbaren opdat in hen de hoop en het vertrouwen opbloeien en opdat zij het goede nieuws aan anderen overdragen en zij edelmoedig beantwoorden aan eigen roeping. Bijzondere aandacht moeten we schenken aan de arme jongeren, waarvan er vele in de wereld zijn. Ook de aanwezigheid en het optreden van de Kerk tegenover jongeren, die leven in samenlevingen welke door atheïsme of religieus indifferentisme of materialisme zijn aangetast, blijven doorgaan. Vooral op deze plaatsen is het misbruik van verdovende middelen niet zelden sterk verbreid. De Synode wijst met kracht het ernstige misdrijf af, dat bedreven wordt door hen die handel drijven in verdovende middelen.
De herders moeten dus programma's uitwerken voor een voortgaande opvoedkundige evangelisatie van jonge mensen.
De sociale vorming en de zin voor solidariteit van jongeren in burgerlijke en politieke kringen verdient, ook over plaatselijke en nationale grenzen heen, aparte zorg met het oog op steun aan de gezamenlijke broederschap van alle mensen. Opvoeders moeten het hoogste gewicht toekennen aan de sociale leer van de Kerk. Opgemerkt moet worden dat 'het socialisatie-proces' vandaag de dag één van de invloedrijkere tekenen des tijds lijkt, want het brengt grondige vernieuwingen voort zowel in het evangelisatieaIs in het opvoedingswerk.
Verenigingen en missionaire bewegingen moeten jongeren geïnteresseerd maken zó dat hun vermogen om verantwoordelijk te handelen bij de verkondiging en het getuigenis van het Evangelie geactiveerd wordt.
In herinnering aan wat door het Tweede Vaticaans Concilie gezegd is, is de Synode zich ervan bewust dat kinderen en adolescenten levende en actieve leden van de Kerk zijn, en dat zij dus in de universele zending van de Kerk om het evangelie te verkondigen en de menselijke samenleving te vernieuwen samen met jongeren en volwassenen een rol spelen.
De Bisschoppensynode klaagt de onverdraaglijke situaties aan, waarin dagelijks een toenemend aantal kinderen onschuldige slachtoffers worden. Niet zelden worden kinderen in het werk, in seksuele relaties alsook in vaak georganiseerde gewelddadigheden misbruikt.
De grootste zorg dient uit te gaan naar kinderen, die blijkens de ervaring een grote steun voor de evangelisatie zijn, ook van volwassenen en vooral van ouders.
Aanbeveling 53 - Zieken en lijdenden
Volgens de in de Synodeaula door zieken zelf (d.i. 'gehandicapten') uitgesproken wens is het van groot belang te verhelderen dat zij, die in de situatie van ziekte, verdriet en ouderdom verkeren, door God worden uitgenodigd om niet enkel hun verdriet met Christus' lijden te verenigen, maar ook om de vernieuwingskracht en vreugde om de verrezen Christus nu al in zich op te nemen en aan anderen over te brengen.
Vgl. 2 Kor. 4, 10-11
Vgl. 1 Pt. 4, 13
Vgl. Rom. 8, 18
Zieken en al diegenen, die onder verschillend verdriet gebukt gaan, nemen in Kerk en wereld een actieve plaats in, die door iedereen moet worden erkend, zoals de Apostolische Exhortatie H. Paus Johannes Paulus II - Apostolische Brief
Salvifici doloris
Over de christelijke zin van het menselijke lijden
(11 februari 1984) duidelijk maakt. Zij moeten niet alleen beoordeeld worden als object van de liefdevolle zorg van de Kerk, maar als voortrekkers van het evangelisatie- en heilswerk.
Een christelijke opvoeding kiest partij voor de opwaardering van de pastorale ziekenzorg-functie. Degene, die bijstand verleent aan zieken, man Of vrouw, legt door zijn/haar manier van optreden getuigenis af en door zijn/haar dienstbaarheid wordt Christus' voorbeeld van de Goede Samaritaan tot een goed einde gebracht door dat voorbeeld na te volgen en zich stevig vast te houden aan het kerkelijk Leergezag. Alle christengemeenschappen en alle christengelovigen worden geprest dichtbij de armen, verdrukten, eenzamen en hen, die op diverse manieren en om verschillende redenen gemarginaliseerd zijn, te staan door hun allen de blijde boodschap van Gods liefde naar waarheid en concreet aan te bieden.
Aanbeveling 54 - Maria, moeder en toonbeeld van alle christenen
Christus de Heer heeft, toen Hij op het punt stond te gaan sterven, in zijn testament op het kruis ons Zijn Moeder als onze Moeder in bewaring gegeven. Johannes, die de plaats innam van alle leerlingen, heeft haar in eigen intimiteit opgenomen. Sinds dat uur moet iedere christen aan de Heilige Maria die plaats in zijn spirituele leven geven, die zij naar Jezus' wil moest hebben. Zij, die naast het kruis van Jezus stond, staat de leerlingen in het verdriet op hun pelgrimstocht bij.
Leken moeten daarom voor het voeren van een goed christelijk leven, voor het afleggen van getuigenis aan andere mensen en voor een effectieve apostolaatsbeoefening in de uiteenlopende omstandigheden van deze wereld opzien naar de Heilige Maagd Maria. In de Moeder Gods Maria vinden zij een zorgzame Moeder en ook een goede steun op deze pelgrimstocht en een levendig voorbeeld in de diverse levensomstandigheden.
Omdat zij geloofd heeft, moet Maria, de dienstmaagd des Heren en eerste leerling van haar Zoon, die een gewoon leven heeft geleid, terwijl zij in een huwelijk maagdelijk verbonden was met de Heilige Joseph en een volmaakte harmonie bereikte tussen de liefde tot God en tot de naaste, gepresenteerd worden als moeder en toonbeeld van alle christengelovigen, voorzover zij het Mensgeworden Woord en de leerlingen liefheeft als haar kinderen.
© 1988, Kerkelijke Documentatie (SRKK) jrg 16, p. 261-288
Vert.: dr A. H. Eijsink, dr R. Huysmans