Synodevaders - 30 oktober 1987
De Synode dringt er ook op aan dat gezinnen en christelijke gemeenschappen bijzonder welwillend staan tegenover personen en categorieën van personen, die zich in zogeheten moeilijke omstandigheden bevinden. Nooit mogen zij zich door ons in de steek gelaten voelen.
De roeping van het gezin moet steeds onder twee, nauw met elkaar verbonden aspecten, worden voorgesteld, namelijk dat van de in liefde en gebed verenigde gemeenschap en van tegelijk naar heel de menselijke samenleving openstaande gemeenschap. Bij het spreken over het gezin vergeet de Synode niet hen, die - om diverse redenen - niet in gezinsverband kunnen leven en vooral als kind of jonge mens verlaten ronddolen op de weg en aan extreme gevaren worden blootgesteld. Hen moet de Kerk met een bijzondere zorg omringen.
Anderzijds nodigt de Synode hen, die op zichzelf leven, uit om zich in het gezin van de Kerk helemaal thuis te voelen en actief aan haar zending deel te nemen.