Synodevaders - 30 oktober 1987
Met de allergrootste zorg moet de opvoeding op scholen en universiteiten worden gekoesterd. Uit zichzelf draagt de school meerdere waarden aan voor de vorming van de mens naar binnen toe. Maar vandaag de dag zijn er meer en moeilijkere problemen rond de school vanwege sociale en politieke aspecten, die door de pastorale werkers niet moeten worden veronachtzaamd. In de huidige grote overgangssituatie van de cultuur moeten in de Kerk heel bijzonder de bevordering van roepingen voor het educatieve werk èn de actieve participatie van de ouders in het schoolleven èn de vorming van een echte educatieve gemeenschap (tussen ouders, priesters, docenten, religieuzen, leken en vertegenwoordigers van de jongeren) worden gestimuleerd. Methodisch moet de school tot ontwikkeling worden gebracht en verdedigd. Wij sporen derhalve de leken aan om te zoeken naar het uitwerken van geschikte burgerlijke wetten, die een echte vrijheid van opvoeding in dienen te houden en te handhaven. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Verklaring, Over de Christelijke opvoeding, Gravissimum Educationis (28 okt 1965) Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 797-798
Deze Synode roept op tot een profetisch functioneren van katholieke scholen en universiteiten, en prijst, omwille van hun toewijding leermeesters en docenten, nu voor het merendeel leken, zó dat de instellingen voor een katholieke opvoeding mannen en vrouwen kunnen vormen, in wie het Nieuwe Gebod geïncarneerd is. De gelijktijdige aanwezigheid van priesters en leken alsmede van mannelijke en vrouwelijke religieuzen, biedt een levendig beeld van de Kerk aan de leerlingen, en maakt de kennis van haar rijkdom gemakkelijker. Vgl. Congregatie Katholieke Vorming (seminaries en universiteiten), De lekenopvoeder, geloofsgetuige op scholen (15 okt 1982)