
Synodevaders - 30 oktober 1987
Maar willen leken dit nobele voornemen actief in de politiek (te gaan) opnemen, dan is het niet genoeg hen aan te sporen, maar moet hun een gepaste vorming in het sociale geweten worden aangeboden, heel bijzonder in de sociale leer van de Kerk, die reflectiebeginselen bevat, beoordelingscriteria en praktische richtlijnen Vgl. Congregatie voor de Geloofsleer, Over de christelijke vrijheid en bevrijding, Libertatis conscientia (22 mrt 1986), 7 en die al in het algemeen catechetisch onderricht en in gespecialiseerde verenigingen alsmede op universiteiten en scholen voorhanden moet zijn. Deze sociale leer van de Kerk is trouwens dynamisch, namelijk aangepast aan de omstandigheden van plaats en tijd. De herders hebben het recht en de plicht ook de morele beginselen inzake de sociale orde voor te houden; alle christengelovigen hebben tot taak zich te beijveren voor de verdediging van de mensenrechten; maar aan leken is het actieve lidmaatschap van politieke partijen voorbehouden. Op de herders rust de plicht vooral die leken te helpen, die vanwege politieke vervolging te lijden hebben.