Paus Pius XII - 8 september 1953
Deze verheven taak, die op het Concilie van Ephese op plechtige wijze tot dogma werd verklaard tegenover de dwaalleer van Nestorius Vgl. Paus Pius XI, Encycliek, 15e eeuwfeest van het Concilie van Efese en de proclamatie van Maria, Moeder van God, Lux Veritatis (25 dec 1931). AAS vol. 23, p 493 vv, en die de verhevenste schijnt te zijn die men kan uitdenken, vereist de volheid van de goddelijke genade en een ziel, die vrij is van elke smet; zij veronderstelt toch de hoogste waardigheid en heiligheid van Christus. We kunnen zelfs zeggen, dat uit deze hoge uitverkiezing tot Moeder Gods, als uit een heldere verborgen bron, alle voorrechten en genaden voortvloeiden, die haar ziel en leven op zulk een buitengewone wijze sierden.