VENUS DU MONDE ENTIER - OVER DE MENSELIJKE PERSOONLIJKHEID IN DE PSYCHOLOGIETot het 13e congres van de Internationale vereniging voor toegepaste psychologie over het godsdienstig en zedelijk aspect van de menselijke persoonlijkheid in de psychologie
(Soort document: Paus Pius XII - Toespraak)
Paus Pius XII -
10 april 1958
Wij komen nu te spreken over de problemen van medische ethiek, welke gij Ons gevraagd hebt op te lossen, dat wil zeggen eerst de geoorloofdheid van bepaalde technieken en van de wijze waarop de psychologische tests worden toegepast, vervolgens de godsdienstige en zedelijke beginselen, die fundamenteel zijn voor de persoon van de psycholoog en voor die van de patiënt. Merken Wij daarenboven op dat de vraagstukken van ethiek, welke hier behandeld worden, ook eenieder raken die het gebruik van het verstand bezit en, in het algemeen, eenieder die in staat is een bewuste psychische daad te stellen.
De tests en de andere methoden van psychologisch onderzoek hebben uitermate bijgedragen tot de kennis van de menselijke persoonlijkheid en hebben haar uitmuntende diensten bewezen. Men zou dan ook kunnen menen dat er op dit gebied geen enkel bijzonder probleem van medische moraal bestaat en dat men zonder voorbehoud alles kan goedkeuren. Niemand zal inderdaad ontkennen dat de moderne psychologie, in haar geheel beschouwd, in zedelijk en godsdienstig opzicht algemeen bijval verdient. Niettemin, wanneer men in het bijzonder de doeleinden beschouwt die zij nastreeft en de middelen die zij gebruikt om deze doeleinden te verwezenlijken, wordt men gedwongen een distinctie te maken. Haar doeleinden, dat wil zeggen de wetenschappelijke bestudering van de menselijke psychologie en de genezing der psychische ziekten, kunnen niet anders dan geprezen worden; maar de aangewende middelen geven soms aanleiding tot gerechtvaardigd voorbehoud, zoals Wij
hierboven reeds opmerkten aangaande het in Amerika verschenen werk "Ethical Standards for Psychologists".
Het ontgaat de beste psychologen niet, dat het knapste gebruik van de bestaande methoden er niet in slaagt door te dringen in die zone van de psyche welke, zo mogen Wij wel zeggen, het centrum van de persoonlijkheid vormt en altijd een mysterie blijft. Op dit punt aangekomen, kan de psycholoog slechts bescheiden de grenzen van zijn mogelijkheden erkennen en de individualiteit eerbiedigen van de mens over wie hij een oordeel moet uitspreken; hij zou moeten trachten in ieder mens het plan Gods te ontdekken en er zoveel hij kan toe moeten bijdragen dit te ontwikkelen. De menselijke persoonlijkheid, met haar eigen karaktertrekken, is inderdaad het meest nobele en meest verbazingwekkende werk der schepping. Welnu, voor alwie kennis neemt van uw werkzaamheden is het duidelijk, dat zich hier bepaalde problemen voordoen. U wijst herhaalde malen op de bezwaren, welke het dóórdringen van de psycholoog in het innerlijk van de persoonlijkheid van de ander doet oprijzen. Zo wordt bijvoorbeeld het gebruik van de narco-ana!yse, waarover reeds in de psychotherapie gediscuteerd wordt, voor de rechtbank als ongeoorloofd beschouwd; zo ook het gebruik van het toestel ter ontdekking van de leugen, dat men Lie-detector of poligrafo noemt
De narco-analyse bestaat in een speciale vorm van ondervraging onder invloed van een hypnotische substantie (natriumhoudend penthotal, populair bekend onder de naam van "waarheidsserum"), die in afgewogen hoeveelheden langs de weg der aderen naar binnen wordt gevoerd en het aan de dag treden begunstigt van mentale houdingen, of inhouden, welke het subject, wanneer het helder bij bewustzijn is, met opzet of onbewust verborgen houdt. De "Lie-detector" of "poligrafo" is een apparaat dat de gelijktijdige registratie mogelijk maakt van verschillende - en krachtens hun wezen, door het subject niet te controleren - somatische reacties, welke emotionele toestanden vergezellen die zich onder bepaalde omstandigheden tegelijk met bewuste leugens voordoen; deze somatische reacties vormen dan, buiten elke bewuste deelname van het ter onderzoek aanwezige subject om, indirecte aanwijzingen voor de betreffende leugens (cfr. Prof. Leandro CanestreIIi, Libertà e responsabiIità nella ricerca psicologica, Roma 1955, p. 8-9.
Kortom, men kan zeggen dat men soms het ongerechtvaardigd binnendringen van de psycholoog in het diepste innerlijk van de persoonlijkheid en de ernstige psychische nadelen, die daaruit voor de patiënt en zelfs voor derden voortvloeien, moet betreuren. Het komt voor dat men zich niet van de volledige toestemming van de belanghebbende verzekert en dat men, ter rechtvaardiging van aanvechtbare methoden, de prioriteit van de wetenschap aanhaalt boven de zedelijke waarden en de belangen van de privaat-personen (dit betekent, met andere woorden, de prioriteit van het algemene welzijn boven het particuliere welzijn).
© 1958, Katholiek Archief, 13e jrg.
Alineanummering en -indeling van de redactie