
Paus Pius XII - 9 september 1958
Na hetgeen Wij u in het eerste deel gezegd hebben, zou het overbodig kunnen schijnen, dat Wij u nog spreken over de waardigheid van de menselijke natuur. Dat komt, omdat Wij hier niet de oprechte, toegewijde, edelmoedige belangstelling bedoelen, die u de zieken toedraagt, maar iets, dat nog dieper ligt. Het gaat over de houding van uw dieper "ik" ten aanzien van de persoon van de andere mensen. Waarop is de waardigheid van de mens in zijn existentiële waarde gefundeerd? Welke houding moet men tegenover haar aannemen? Moet men ze eerbiedigen? Er geen rekening mee houden? Haar minachten? Ieder, die krachtens de uitoefening van zijn beroep in contact treedt met de persoonlijkheid van een ander, zal er noodzakelijk toe komen om een van deze drie houdingen aan te nemen.
Welnu, de zedelijke orde eist, dat men jegens de ander achting, waardering, eerbied heeft. De menselijke persoon is inderdaad de edelste van alle zichtbare schepselen; gemaakt naar het "beeld en de gelijkenis van de Schepper", beweegt ze zich naar Hem toe om Hem te kennen en lief te hebben. Bovendien is zij door de Verlossing in Christus ingelijfd als lid van Zijn Mystiek Lichaam. Op al deze titels steunt de waardigheid van de mens, welke ook zijn leeftijd en stand, zijn beroep of cultuur mogen zijn. Zelfs indien hij psychisch zo ziek is, dat hij onderworpen schijnt te zijn aan zijn instinct of zelfs tot beneden het dierlijke peil schijnt te zijn gezonken, toch blijft hij een persoon, door God geschapen en voorbestemd om Hem eens onmiddellijk te bezitten - en daardoor staat hij ontzaglijk veel hoger dan het dier, dat de mens het meest nabij komt.
Dit feit moet de houding bepalen, die u jegens hem aanneemt. En vooreerst dient u te overwegen, dat de mens onmiddellijk van zijn Schepper rechten heeft gekregen, die de openbare gezagsdragers zelf verplicht zijn te eerbiedigen. Menigmaal zijn Wij al in de gelegenheid geweest om hieraan te herinneren, in het bijzonder tijdens Onze toespraak van 14 september 1952 tot het eerste Internationale Congres voor Histopathologie van het Zenuwstelsel Vgl. Paus Pius XII, Toespraak, Tot de deelnemers aan het eerste internationale congres voor histopathologie van het zenuwstelsel, Ce premier congres - Over onderzoek en nieuwe mogelijkheden in de geneeskunde (13 sept 1952). We hebben toen de drie motieven uiteengezet en besproken, waarop men steunt om de methoden van onderzoek en behandeling van de moderne geneeskunde te rechtvaardigen: het belang van de wetenschap, dat van het individu en dat van de gemeenschap. Wij hebben eraan herinnerd, dat, al verdient over het algemeen het huidig wetenschappelijk researchwerk op dit terrein goedkeuring, men toch voor elk afzonderlijk geval moet nagaan, of de daden die men stelt, geen geweld aandoen aan hogere zedelijke normen. Het belang van de wetenschap, dat van het individu en dat van de gemeenschap zijn namelijk geen absolute waarden en garanderen niet noodzakelijk de eerbiediging van alle rechten. Wij hebben dezelfde punten opnieuw behandeld voor de leden van het Paus Pius XII - Toespraak
Venus du monde entier - Over de menselijke persoonlijkheid in de psychologie
Tot het 13e congres van de Internationale vereniging voor toegepaste psychologie over het godsdienstig en zedelijk aspect van de menselijke persoonlijkheid in de psychologie
(10 april 1958): ook daar ging het erom, of bepaalde methoden van onderzoek en behandeling verenigbaar waren met de rechten van de persoon, die er het voorwerp van is. Wij hebben geantwoord, dat men moest zien, of de betreffende werkmethode de rechten van de belanghebbende eerbiedigde en of deze er zijn toestemming toe kon geven. Wanneer het antwoord hierop bevestigend is, moet men zich afvragen, of de toestemming werkelijk en dan overeenkomstig het natuurrecht gegeven is, of er geen dwaling, onwetendheid of bedrog geweest is, of de persoon bevoegd was ze te geven, en tenslotte of men geen inbreuk maakt op de rechten van een derde. Wij hebben er duidelijk de nadruk op gelegd, dat deze instemming niet altijd de zedelijke geoorloofdheid van een ingreep garandeert, ondanks de rechtsregel: "violenti non fit injuria" Vgl. Paus Pius XII, Toespraak, Tot het 13e congres van de Internationale vereniging voor toegepaste psychologie over het godsdienstig en zedelijk aspect van de menselijke persoonlijkheid in de psychologie, Venus du monde entier - Over de menselijke persoonlijkheid in de psychologie (10 apr 1958). Wij moeten tegenover u wel hetzelfde herhalen, er weer op wijzend, dat de geneeskundige doeltreffendheid van een handelwijze niet noodzakelijk betekent, dat ze door de zedeleer wordt toegestaan.