Hieruit volgt voor ons een heel belangrijke les: waar het om gaat is Jezus Christus in het centrum stellen van het eigen leven, zodat onze identiteit wezenlijk getekend wordt door de ontmoeting, door de gemeenschap (
communio) met Christus en zijn Woord. In zijn licht wordt elke andere waarde hernomen en van eventuele onzuiverheid gereinigd.
Een andere fundamentele les die Paulus ons geeft, is die universele trek die zijn apostolaat karakteriseert. Omdat hij zo scherp het probleem aanvoelde van de toegang van de Volkeren, dat wil zeggen van de heidenen, tot God die in de gekruisigde en verrezen Jezus Christus het heil aanbiedt aan alle mensen zonder uitzondering, wijdde hij zich toe aan de bekendmaking van dit Evangelie, letterlijk van dit "goede nieuws", dat wil zeggen: van de aankondiging van genade met de bedoeling de mens te verzoenen met God, met zichzelf en met de anderen. Van het eerste ogenblik af had hij begrepen dat deze werkelijkheid niet alleen de Joden aanging of een bepaalde groep mensen, maar een universele waarde had en allen aanging, omdat God een God van allen is.
Uitgangspunt voor zijn reizen was de Kerk van Antiochië in Syrië, waar het Evangelie voor het eerst aan de Grieken werd verkondigd en waar ook de naam "christenen" ontstond
Vgl. Hand. 11, 20.26
, dat wil zeggen: zij die in Christus geloven. Vandaar zette hij eerst koers naar Cyprus en vervolgens meerdere keren naar gebieden van Klein Azië, (Pisidië, Likaonië, Galatië), vervolgens naar gebieden van Europa (Macedonië, Griekenland). De belangrijkste steden waren Efeze, Filippi, Thessalonika, Korinte, maar ook en niet te vergeten Berea, Athene en Milete.