H. Paus Johannes Paulus II - 24 januari 1990
In een van de eucharistische gebeden richt de kerk zich tot God met de volgende woorden: "U schiep de mens naar uw beeld en verspreidde hem over de hele wereld om u, zijn schepper, te dienen en om over alle schepselen te heersen". Eucharistisch Gebed IV
Voor man en vrouw, die zo door God zijn geschapen en van een opdracht voorzien, heeft de gewone werkdag een grote en wonderbaarlijke betekenis. De ideeën, activiteiten en ondernemingen van mensen - hoe alledaags ze ook mogen zijn - worden door de Schepper gebruikt om de wereld te vernieuwen, om haar naar het heil te leiden, om haar tot een perfecter instrument te maken voor de goddelijke glorie.
Bijna vijfentwintig jaar geleden verklaarden de vaders van Vaticanum II, toen ze reflecteerden op de kerk in de moderne wereld, dat mannen en vrouwen, wanneer ze in hun dagelijkse bezigheden een dienst verleenden aan hun families en de gemeenschap, hun werk mochten beschouwen als "een verdergaande ontwikkeling van het werk van de Schepper ... en als hun persoonlijke bijdrage aan de vervulling in de geschiedenis van het goddelijk plan". 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 34