A. Kard. Samoré - 29 januari 1973
In de eerste plaats blijft de bepaling van kracht, dat een gelovige aan geen enkel vasten-gebod gebonden is, wanneer hem in stervensgevaar het viaticum wordt toegediend. Vgl. Wetboek, Codex Iuris Canonici (1917) (27 mei 1917), 858. p. 1 Ook blijft het reeds door Pius XII gegeven verlof van kracht, dat 'zieken, ook al zijn zij niet bedlegerig, niet-alcoholische drank en medicijnen, in vloeibare of vaste vorm, voor het opdragen van de Mis of het ontvangen van de Heilige Communie kunnen gebruiken zonder tiidslimiet'. Vgl. Paus Pius XII, Motu Proprio, Uitbreiding van de Indulten door de Apostolische Constitutie "Christus Dominus" verleend, Sacram Communionem (19 mrt 1957), 4