Msgr. Darío Castrillón Hoyos e.a. - 15 augustus 1997
De homilie is een uitmuntende vorm van prediking, ”waarin de loop van het liturgisch jaar de geloofsmysterieën en de normen van christelijk leven vanuit de gewijde tekst uiteengezet worden”. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 52 Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 767. § 1 De homilie maakt deel uit van de liturgie zelf. De homilie tijdens de eucharistieviering is daarom voorbehouden aan de gewijde bedienaren, priester of diaken. Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Catechese geven in onze tijd, Catechesi Tradendae (16 okt 1979), 48 Vgl. Commissie Postconcilaire werkzaamheden en interpretatie decreten, Responsa ad propita dubia (11 jan 1971) Vgl. Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Over HH. Missen in bijzondere bijeenkomsten, Actio Pastoralis (15 mei 1969), 6. d: AAS 61 (1969) 809 Vgl. Congregatie voor de Goddelijke Eredienst, Algemene Inleiding op het Romeins Missaal, Institutio Generalis Missalis Romani (26 mrt 1970), 41.42.165 Vgl. Congregatie voor de Goddelijke Eredienst, Derde instructie voor de juiste toepassing van de Constitutie over de Liturgie, Liturgicae instaurationes (15 sept 1970), 2. a: AAS 62 (1970) 696 Vgl. Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Over de aanbidding van het Eucharistische Mysterie, Inaestimabile donum (3 apr 1980). AAS 72 (1980) 331 De niet-gewijde gelovigen zijn hiervan uitgesloten, ook wanneer zij de taak vervullen van zogenaamde ‘pastorale assistenten’ of catechisten bij welke soort van communiteit of vereniging ook. Het gaat in feite niet om een eventuele grotere bekwaamheid in het spreken of theologische opleiding, maar om een bediening die is voorbehouden aan heb die het Wijdingsacrament hebben ontvangen. Zelfs de diocesane bisschop is niet gemachtigd te dispenseren van de norm van de canon omdat het niet slechts gaat om een disciplinaire wet Vgl. Pauselijke Raad voor Wetsteksten, Interpretationes authenticae, Can. 767, § 1, Utrum Episcopus dioecesanus dispensare (20 juni 1987), maar om een wet die de functies betreft van onderricht en heiliging die nauw met elkaar verbonden zijn.
Men kan dus niet de praktijk toestaan die bij sommige gelegenheden gepraktiseerd wordt, waarbij men de homilie aan seminaristen toevertrouwt, die theologie studeren, maar nog niet gewijd zijn. Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 266. § 1 De homilie kan niet beschouwd worden als een oefening voor de toekomstige ambtsuitoefening.
Op grond van Wetboek
Codex Iuris Canonici
Codex van het Canonieke recht
(25 januari 1983) dient men iedere vroegere norm waardoor niet-gewijde gelovigen de homilie konden houden gedurende de viering van de eucharistie als opgeheven te beschouwen. Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 6. § 1, 2o
Het is toegestaan een korte uitleg te geven om een beter verstaan van de liturgie die gevierd wordt te bevorderen. Bij wijze van uitzondering kan eveneens een eventueel getuigenis gegeven worden, maar altijd in overeenstemming met de liturgische norm en aangeboden bij gelegenheid van Eucharistieviering op bepaalde dagen (dag voor het seminarie, voor de zieken, enzovoorts), als men dit objectief opportuun acht als een illustratie op de homilie die regulier uitgesproken wordt door de celebrerende priester. Deze uitleg of dit getuigenis mogen niet dusdanige karakteristieken hebben dat ze voor een homilie kunnen worden aangezien.
De mogelijkheid van een dialoog in de homilie Vgl. Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Directorium voor de Eucharistievieringen met kinderen, Directorium de Missis cum pueris (1 nov 1973), 48. AAS 66 (1974) 44 kan soms met voorzichtigheid gebruikt worden door de celebrerende bedienaar als een middel van uitleg, waarmee men echter niet aan anderen de plicht van de prediking delegeert.
De homilie buiten de heilige Mis kan gehouden worden door niet-gewijde gelovigen in overeenstemming met het recht of de liturgische normen en met inachtneming van de clausules die daarin vervat zijn.
De homilie kan in geen geval toevertrouwd worden aan priesters of diakens die de clericale staat verloren hebben of die de uitoefening van het heilige ambt hebben neergelegd. Vgl. Congregatie voor de Geloofsleer, Procedure bij de behandeling van dispensatie-aanvragen in het celibaat, Normae de dispensatione a sacerdotali coelibatu ad instantiam partis (14 okt 1980), 5. Wat betreft priesters die een dispensatie van het celibaat hebben ontvangen.